De wapens zijn zo krachtig geworden, dat vechten op een open veld zelfmoord zou zijn
Loopgraven zorgen voor meer beschutting
In totaal wordt er aan het Westfront 40.000km aan loopgraven aangelegd
Slide 6 - Slide
Loopgraven (2)
De loopgraven zijn gegraven in een zig-zag-vorm.
Om aanvallen moeilijker te maken wordt gebruik gemaakt van miljoenen kilometers prikkeldraad
Loopgraven worden uitgebreid met complete ondergrondse kamers
Slide 7 - Slide
Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren.
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)
Slide 8 - Slide
De Slag bij de Somme
1 jul 1916 – 18 nov 1916
Een van de grootste (en dodelijkste) veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Er kwamen meer dan 1.000.000 mensen om
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Keerpuntjaar 1917
Slide 11 - Slide
Russische Revolutie
1917
De tsaar (keizer) van Rusland, Nicolaas II, wordt afgezet
door de Communisten onder leiding van Lenin
Slide 12 - Slide
Vrede met Duitsland
alle grond aan de boeren
alle fabrieken aan de arbeiders
Slide 13 - Slide
De Verenigde Staten
raken betrokken bij de oorlog april 1917
Slide 14 - Slide
Oorzaken
Het liefst zouden de Amerikanen niets met deze 'Europese' oorlog te maken willen hebben, maar...
...inmiddels is het 8e schip door de Duitsers getorpedeerd...
...en is ontdekt dat de Duitsers bezig zijn met het ophitsen van Mexico en Japan tegen de VS (Zimmerman-telegram)
Slide 15 - Slide
Geallieerden
Engeland
Frankrijk
Rusland (tot 1917)
Verenigde Staten (vanaf 1917)
Italië (vanaf 1915)
Centralen
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Turkije
Bulgarije
Slide 16 - Slide
Het einde van de oorlog: 1918
Hoewel de Amerikanen pas vanaf augustus 1918 meevechten,
geven de enorme hoeveelheid nieuwe soldaten en wapens
de doorslag...
de geallieerden winnen de oorlog door eenwapenstilstand.
Slide 17 - Slide
Er komen 4 herhalingsvragen aan...
Controleren van de leerdoelen
Slide 18 - Slide
Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk
Slide 19 - Quiz
Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.
Slide 20 - Quiz
Welk land hoort niet bij de Geallieerden?
A
Engeland
B
Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 21 - Quiz
Klik op de vraagtekens om de zinnen te bekijken
Waarom is 1917 een keerpuntjaar?
Sleep de zinnen naar de juiste plek
Duitsland geeft zich over
Frankrijk geeft zich over
De Verenigde Staten stoppen met de oorlog
Franz-Ferdinand wordt vermoord
Na de Russische Revolutie stopt Rusland met de oorlog
Duitsland wordt bondgenoot van Rusland
De Verenigde Staten doen mee met de oorlog
Nederland wordt neutraal
Slide 22 - Drag question
Maak aantekeningen
Er komt uitleg over de Russische revolutie
Slide 23 - Slide
Russische Revolutie
1917
De tsaar (keizer) van Rusland, Nicolaas II, wordt afgezet
door de Communisten onder leiding van Lenin
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Even kort samengevat: redenen REVOLUTIE
De boeren zijn arm en er is een hongersnood.
Politiek gezien bepaald de tsaar, er is geen democratie.
Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog
Lenin komt naar Rusland om een revolutie te leiden.
Slide 26 - Slide
Kort samengevat: Lenin
Lenin is de eerste leider van communistisch Rusland (Bolsjewieken) -> De Sovjet unie.
Totalitaire samenleving: De overheid bepaalde alles en legde de burgers grote druk op.
Lenin werd gezien als een held! Want hij ging alle problemen oplossen..
Maar in 1924 overleed hij aan een beroerte....
Slide 27 - Slide
Communisme
Kenmerken communisme:
Geen kapitalisme
Klasseloos = iedereen is gelijk
Alles in het land is van iedereen
Alle bedrijven zijn van de staat
Slide 28 - Slide
Kort samengevat
Stalin
Rusland een totalitaire staat
Binnen vijf jaar industrialiseren
Alle productiemiddelen van de staat
Industriële samenleving... maar wel hoge kosten
Geen privébezit, alles collectief
Instorten landbouwproductie
Slide 29 - Slide
Rol van propaganda
Propaganda = alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor bepaalde (politieke) ideeën
Kapitein van de Sovjet-Unie leidt ons van de ene overwinning naar de andere
Slide 30 - Slide
Er komen 3 herhalingsvragen aan...
Controleren van de leerdoelen
Slide 31 - Slide
Stalin gedraagt zich als een dictator. Welk antwoord past daar het beste bij?
A
Hij luister naar het volk.
B
Hij luistert naar het parlement.
C
Het maakt hem niks uit wat er gebeurd.
D
Hij bepaald alles.
Slide 32 - Quiz
Stalin is aan de macht tijdens:
A
De Eerste
Wereldoorlog.
B
De Tweede Wereldoorlog.
Slide 33 - Quiz
Sleepvraag: Sleep het antwoord dat bij de vraag hoort naar het grijze vakje. Er blijven twee kaartjes over.
Vraag 1: Begin van de Russische revolutie is in het jaar:
Vraag 2: Welke woorden (2) passen bij de
omstandigheden van de boeren in Rusland?
Vraag 3: Juist of onjuist. Rusland was een modern land.
Vraag 4: Juist of onjuist. Lenin werd de leider van de communisten
Vraag 5: Vul in op de puntjes. Het .... leger was heel
zwak. Er vielen daarom veel doden.
Vraag 6: Weet je dit nog? Einde van de Eerste
Wereldoorlog is in het jaar:
Overige twee:
Rijk
1917
Slecht
Arm
Onjuist
Juist
1918
Russische
Duitse
Slide 34 - Drag question
Leerdoelen
Je weet het verschil tussen de geallieerden en de centralen
Je weet wat een loopgraaf is
Je beschrijft wie Lenin en Stalin waren.
Je vergelijkt Rusland voor de Russische revolutie en de Sovjet-Unie na de Russische revolutie.
Je legt de begrippen ‘communisme, propaganda en totalitarisme’ uit.
Werkdoelen
De Eerste Wereldoorlog
Communisme en totalitarisme:
De Russische Revolutie
De Sovjet-Unie onder Stalin
Slide 35 - Slide
Missie
Tijdens de lessen oefenen we met het maken van vragen en hoe je kan leren voor een toets. Het doel van de missie is dat je leert hoe je een toets moet leren en hoe je vragen op een geschiedenis toets zo goed mogelijk kan beantwoorden. De missie bestaat uit het maken van 2 opdrachten. Deze opdrachten gaan over toets vragen.
De 2 opdrachten zijn:
1. Een eigen bedachte toets maken over de module + antwoord blad (26 mei).