Les 32 hfdstk 2 spelling

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Van voltooid deelwoord naar bijvoeglijk naamwoord.


Van een voltooid deelwoord (werkwoord) kan je

een bijvoeglijk naamwoord maken.


Mijn fiets is gestolen (voltooid deelwoord)

De gestolen fiets (bijvoeglijk naamwoord).

Slide 5 - Slide

Doe dit nu zelf: maak van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Open question

Engelse werkwoorden moet je hetzelfde vervoegen als Nederlandse werkwoorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Als je een woord op z'n Nederlands uitspreekt, dan schrijf je één medeklinker: volleybal --> ik volleybal
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Als je een woord op z'n Engels uitspreekt, dan schrijf je twee medeklinkers: paintballen --> ik paintball
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het werkwoord: passen (de bal spelen). Ik ……, jij …….

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide