4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen

Ilon Musk en Jeff Bezos zijn de twee rijkste mensen op aarde. Ze verdienen miljarden euro's per  jaar terwijl er in het land waar zij wonen, de VS, ook mensen op straat leven. Hoe kan het dat er zo'n groot verschil is in rijkdom in sommige landen?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ilon Musk en Jeff Bezos zijn de twee rijkste mensen op aarde. Ze verdienen miljarden euro's per  jaar terwijl er in het land waar zij wonen, de VS, ook mensen op straat leven. Hoe kan het dat er zo'n groot verschil is in rijkdom in sommige landen?

Slide 1 - Slide

Voorbeelden van goede antwoorden
1. Economisch systeem (Kapitalisme)
2. Belastingen en sociale voorzieningen
3. Onderwijs en kansen
4. Globalisering en technologie
5. Erfenis en vermogen


Slide 2 - Slide

4.3 Ongelijkheid in  landen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
  • je kan verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid in landen

Slide 4 - Slide

Wanneer je kijkt naar de rijkdom van een land op basis van inkomen, kijk je naar:
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 5 - Quiz

Hans voelt zich goed, hij is gezond, kan naar school en heeft elke dag voldoende te eten: dit gaat over:
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 6 - Quiz

Wat is het bbp/hoofd?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Sociale ongelijkheid


Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.

Slide 9 - Slide

Ruimtelijke ongelijkheid
  1. wanneer er in een land (grote) verschillen zijn in welvaart tussen gebieden
bijv. verschillen in inkomen tussen mensen in steden en platteland

Slide 10 - Slide

Zelfbouwwijken 
illegale wijken waar huizen van slechter bouwmateriaal, zonder waterleiding en riolering 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welk gevolg heeft het verschil in inkomen tussen groepen mensen in een land?
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Waarom komen deze verschillen niet voor in Nederland?

Slide 15 - Open question


Wat is ruimtelijke ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschil in welvaart tussen mensen.
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 16 - Quiz


Wat is sociale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschil in welvaart tussen groepen mensen.
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Opd. 3 d, e, f - samen maken (bosatlas)
Maak opd. 1 t/m 4
Leerdoelen controleren
  • Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
  • je kan verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid in landen
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Wat voor soort wijk is het? 
Welke problemen
ondervinden
mensen hier?

Heb je ooit zo'n 
wijk ergens 
gezien?

Slide 19 - Slide

4.3 Ongelijkheid (werk)

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kent het verschil tussen sociale- en ruimtelijke ongelijkheid.
  • Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
  • je kan verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid in landen

Slide 21 - Slide

Welke soort van ongelijkheid laat deze kaart zien.
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid

Slide 22 - Quiz

Welke soort van ongelijkheid laat deze kaart zien.
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid

Slide 23 - Quiz

Welke soort van ongelijkheid laat deze kaart zien.
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid

Slide 24 - Quiz

Informele sector
  • In veel arme landen werken mensen in de informele sector:
  • Hun werk is niet geregistreerd: niet officieel
  • Hun inkomsten wisselen van dag tot dag
  • Bij ziekte krijgen ze geen uitkering (geld van de overheid)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Formele sector
  • Hiermee bedoelen we alle geregistreerde banen.
  • Mensen hebben een vast inkomen
  • Ze betalen belasting en krijgen elke maand hetzelfde loon.

Slide 27 - Slide

Noem minimaal 2 banen in de informele sector.

Slide 28 - Open question

Noem twee banen in de formele sector.

Slide 29 - Open question

Noem een kenmerk van werken in de informele sector.

Slide 30 - Open question

Noem een kenmerk van werken in de formele sector.

Slide 31 - Open question

Regionale ongelijkheid
Informele sector
Sociale ongelijkheid
Formele sector
Officiële deel van de economie. Hier wordt belasting over betaald.
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen
Niet officiële economie. Ook wel scharreleconomie genoemd.
Grote verschillen in ontwikkelingsgraad tussen gebieden van een land.

Slide 32 - Drag question

Beroepsbevolking van landen kun je verdelen  in drie groepen:
- Diensten
- Industrie
- Landbouw

Regel: hoe armer het land, hoe groter het aandeel van de primaire sector in de beroepsbevolking.
In semiperiferie landen werken veel mensen in de industrie

In de periferie landen werken veel mensen in de landbouw

In centrum landen s werken veel mensen in de diensten
De beroepsbevolking zijn alle mensen die tegen een betaling werken. 
De werklozen horen ook bij deze groep.

Slide 33 - Slide

Je kunt de wereld indelen in drie groepen. Sleep de landen naar de juiste groepen. Bij elke groep komen twee landen te staan.
Centrum
Semiperiferie
Periferie
Landen:
Brazilië, Rusland, India, China
Veel Afrikaanse landen
Japan, VS, Spanje

Slide 34 - Drag question

Is er in Nederland veel of weinig regionale ongelijkheid?
A
Veel
B
Weinig

Slide 35 - Quiz

Aan de slag!
Maak opd. 5 en 6
Leerdoelen controleren
  • Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
  • Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
  • je kan verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid in landen
timer
15:00

Slide 36 - Slide