Oefentoets H3 Leven met het geloof

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Oefentoets H3 Leven met het geloof

Mens & Maatschappij

De ... namen de macht over in Europa nadat het Romeinse rijk uiteen was gevallen.

Waarom wilde Karel de Grote graag keizer zijn?

Karel de Grote hielp de paus door monniken te beschermen met ridders.

Waarom hielp Karel de paus?

Tijdvak van de monniken en ridders duurde van...

1. 500 v C - 400 n C
2. 50 n C - 300 n C
3. 500 n C - 1000 n C
4. 500 n C - 1500 n C

Bekijk bron 1. Dit is een groot standbeeld van Karel de Grote.
Waar zou dit beeld kunnen staan?

1. Frankrijk
2. Griekenland
3. Spanje
4. Turkije

Wie is Karel de Grote?

Karel

Wat zijn edelen?

De adel

1. De boeren
2. De hertogen
3. Alle edelen samen
4. De keizers

Horigen zijn:

Wat zijn voorbeelden van geestelijken?

1. Horigen
2. Nonnen
3. Monniken
4. Ridders

De leider van een kerk, noem je een...

Wat moet er op de puntjes staan?
In de islam is ...(1) de belangrijkste profeet van de god (2).

1. (1) Jezus (2) Mohammed
2. (1) Allah (2) Mohammed
3. (1) Mohammed (2) Allah
4. (1) Jehova (2) Mohammed

Profeet betekent:

Het heilige boek van de moslims:

Jezus was een belangrijke profeet van de moslims.

1. Juist
2. Onjuist

Saudi-Arabië, Irak, Iran en Egypte horen allemaal bij de Arabische wereld.
Wat kun je daarom van deze landen verwachten?

1. Deze landen hebben onderling nooit ruzie.
2. Deze landen zijn ongeveer even rijk.
3. In deze landen is het christendom verboden.
4. Hier zijn de meeste mensen moslim

Bekijk bron 1. Op deze afbeelding zie je een glas-in-loodraam in een kerk.
Daarop zie je een gevecht tussen christenen en moslims. Waarom zie je dit soort afbeeldingen nooit in een moskee?

1. Moslims mogen geen mensen afbeelden.
2. Moslims verloren de meeste gevechten en wilden dat niet laten zien.
3. Moslims waren tegen geweld.
4. Moslims wilden de christenen niet boos maken met dit soort afbeeldingen.

Wat is een overeenkomst tussen het christendom, het jodendom en de islam?

1. Zij eten en drinken dezelfde dingen.
2. Zij geloven in één god.
3. Zij hebben dezelfde profeet.
4. Zij hebben dezelfde regels.

Christelijk scholen hebben...een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

Islamitische scholen hebben...een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

Openbare scholen hebben...een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

De meeste Nederlanders zijn niet gelovig.

1. Juist
2. Onjuist

In Nederland leven geen boeddhisten.

1. Juist
2. Onjuist

Christendom

Islam

Jodendom

Hindoeïsme

Boeddhisme

Waarden zijn:

1. alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
2. de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
3. regels over hoe je je moeten gedragen.
4. belangen die alle Nederlanders delen.

Normen zijn:

1. alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
2. besluiten die de overheid neemt.
3. regels over hoe je je moet gedragen.

Vriendschap is een voorbeeld van een norm.

1. Waar
2. Niet waar

Een vooroordeel is...

Sonja is zielig, want zij zit in een rolstoel. Dit is een

1. vooroordeel
2. stereotype
3. feit

“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:

1. Stereotype
2. Discriminatie
3. Respect

Einde toets

Je mag nu gaan lezen.