Hoe word je rijk?

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Hoe word je rijk?

Doel van deze les

Aan het einde van deze les weet je wat je moet doen om rijk te worden.

Leg uit wat het doel van de les is en wat de studenten kunnen verwachten.

Wat weet jij al over het worden van rijk?

Bepaal je financiële doelen

Bepaal hoeveel geld je wilt verdienen en in welke periode.

Laat de studenten nadenken over hun eigen financiële doelen en geef voorbeelden.

Bespaar op je uitgaven

Bespaar geld door je uitgaven te verminderen.

Leg uit hoe studenten geld kunnen besparen en geef tips.

Verhoog je inkomen

Verhoog je inkomen door meer te werken of een hoger salaris te vragen.

Beschrijf manieren om je inkomen te verhogen en geef voorbeelden.

Investeer je geld

Investeren kan je helpen om meer geld te verdienen op de lange termijn.

Beschrijf de voordelen van investeren en geef voorbeelden.

Leer over financiën

Leer meer over financiën om beter te begrijpen hoe je geld kunt verdienen en beheren.

Geef aan waar studenten meer informatie kunnen vinden over financiële onderwerpen.

Creëer meerdere inkomstenstromen

Door meerdere inkomstenstromen te hebben, kun je meer geld verdienen.

Leg uit hoe je meerdere inkomstenstromen kunt creëren en geef voorbeelden.

Omring jezelf met succesvolle mensen

Succesvolle mensen kunnen je helpen om te groeien en je financiële doelen te bereiken.

Bespreek het belang van netwerken en het omringen van jezelf met succesvolle mensen.

Wees geduldig en consistent

Het kost tijd en inspanning om rijk te worden.

Leg uit dat het belangrijk is om geduldig te zijn en consistent te blijven in het nastreven van financiële doelen.

Samenvatting

Nu weet je wat je moet doen om rijk te worden.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef studenten de tijd om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.