This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Verhoudingen 3F
Slide 1 - Slide
Doelen van de les:
Aan het einde van de les:
* kan ik het totaal uitrekenen van een verhouding
* kan ik de sommen van toegepast rekenen maken
* heb ik alle vragen over dit onderdeel kunnen stellen
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog van de les van vorige week?
Slide 3 - Open question
Welke formule gebruik je voor het uitrekenen van een deel?
Voorbeeldsom: 3/5 deel van 50
A
gedeelte door de bovenste x de onderste
B
gedeeld door de onderste x de bovenste
C
gedeeld door de onderste : de bovenste
D
keer de onderste : door de bovenste
Slide 4 - Quiz
Pak een kladblaadje + pen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Even checken wat je nog weet...t je nog weet...t
Slide 7 - Slide
Wasim moet 20 rekenopgaven maken. Hij heeft al 7/10 deel van de opgaven gemaakt.
Hoeveel heeft Wasim er al gemaakt?
A
7
B
16
C
14
D
13
Slide 8 - Quiz
Victor werkt 40 per week. Hij heeft deze week al 3/5 deel van alle uren gewerkt.
Hoeveel uur heeft Victor deze week al gewerkt?
A
24
B
16
C
32
D
40
Slide 9 - Quiz
Het totaal uitrekenen
Slide 10 - Slide
Zijn er nog vragen?
Slide 11 - Slide
Hoe reken je het totaal uit?
Als je een deel van iets weet, kun je dit deel gebruiken om het totaal uit te rekenen.
Bijvoorbeeld: Jos heeft 2/5 deel van alle snoepjes uit de pot opgegeten. Dit zijn 100 snoepjes. Hoeveel snoepjes zaten er eerst in de pot?
deel
2/5
5/5
snoepjes
100
Slide 12 - Slide
Hoeveel scholen zijn er in totaal in Nederland?
deel
1/5
5/5
scholen
1360
Slide 13 - Slide
Op de afbeelding zie je 1/6 deel van het aantal boeken dat Gerard moet lezen.
Hoeveel boeken moet Gerard lezen?
deel
geheel
Slide 14 - Slide
1 op de 6 bloemen in een bos is een margriet. Er zitten 5 margrieten in een bos. Hoeveel bloemen zitten er totaal in de bos?
A
15
B
20
C
25
D
30
Slide 15 - Quiz
2 op de 6 flessen die in de glasbak worden gegooid zijn van wit glas. Dat zijn 210 flessen. Hoeveel flessen worden in de glasbak gegooid?
A
630
B
730
C
650
D
685
Slide 16 - Quiz
Op een parkeerplaats zijn 2 op de 9 auto's blauw. Er staan 90 blauwe auto's op de parkeerplaats. Hoeveel auto's staan er in totaal op de parkeerplaats?