SO V2 - §6.1 en §6.2: Duurzaamheid

oefentoets h6 
Nederland duurzaam?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

oefentoets h6 
Nederland duurzaam?

Slide 1 - Slide

Met welke duurzame energiebron wekt Nederland de meeste duurzame energie op?



A
biomassa
B
bodemwarmte
C
windenergie
D
zonne-energie

Slide 2 - Quiz

Een warmte-eiland ontstaat door:
A
Veel bomen
B
Veel stenen huizen
C
Veel zand opspuiten
D
Klimaatverandering

Slide 3 - Quiz

Bekijk de afbeelding, lees de volgende uitspraken en kies het juiste antwoord:

1. Bij de scenario’s wordt uitgegaan van de gemiddelde temperatuurstijging tussen 1990 en 2050 in de wereld en de luchtstromingspatronen.

2. Bij scenario W+ zijn er de meeste wijzigingen in het klimaat in Nederland.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 4 - Quiz

In Nederland kun je veel hydro-elektriciteit opwekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Nederland is al lang een voorloper in de energietransitie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Noteer bij de volgende maatregelen of het om energiebesparing of energietransitie gaat.
a. Oude huizen isoleren.
b. Het dak van de school bedekken met zonnepanelen.
c. Een bos kappen en het hout gebruiken voor houtkachels. Ervoor in de plaats wordt gras gezaaid.
d. Een windpark op zee plaatsen.
e. Minder lang onder de douche staan.

Slide 7 - Open question

Bekijk de tabel hiernaast. Klik om groter te maken.

Maak de juiste combinaties. Noteer de letters A tot en met F onder elkaar. Zet er het juiste cijfer van de omschrijving die erbij hoort achter.

Slide 8 - Open question

a. Is het in steden in het algemeen warmer of kouder dan op het platteland?
b. Leg je antwoord bij opdracht a uit. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 9 - Open question

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
a. Door het smelten van het ijs in het noordpoolgebied stijgt de zeespiegel.
b. Methaan is een sterker broeikasgas dan koolstofdioxide (CO2)
c. Hernieuwbare energiebronnen stoten nooit CO2 uit
d. Door klimaatverandering gaat het overal op de wereld minder regenen.

Slide 10 - Open question

Noem bij de volgende vier duurzame energiebronnen telkens één voordeel en één nadeel:
1. Zonne-energie
2. Windenergie
3. Bodemwarmte/aardwarmte
4. Biomassa

Slide 11 - Open question