This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands
Fictie: wonder
Les 5: intertekstualiteit
VWO 1 :
Slide 1 - Slide
vorige lessen heb je de volgende begrippen geleerd...
... fictie & non-fictie
... realistisch & niet-realistisch
... hoofdpersonen, bijpersonen, medespelers en figuranten.
... hoe je personages kunt beschrijven.
Uiterlijk: gezicht, haar, kleding, lichaam, ...
Karakter: driftig, gehoorzaam, oneerlijk, ...
(Wat iemand doet, zegt, denkt)
Kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm/rijk, ...
Slide 2 - Slide
vorige lessen heb je de volgende begrippen geleerd...
... hoe je de relaties tussen personages in een verhaal kunt beschrijven.
familie, vrienden, klasgenoten, ...
... hoe je weet wat het vertelperspectief is in een verhaal of boek.
Nu moest ik toch echt maar eens naar boven. Ik voelde me gespannen. Zou ze erg boos zijn?
Hij liep zachtjes naar boven, stikkend van de zenuwen. Wie weet hoe ze zou reageren. Boven zat Stephanie TV te kijken. Ze leek zich nergens van bewust.
Hij wist nog niet dat, op datzelfde moment, driehonderd kilometer verderop, de koning bezig was een executiebevel op te stellen.
Slide 3 - Slide
Aan het einde van de les...
...... weet je wat intertekstualiteit is.
Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:
Op welke manieren komt er intertekstualiteit voor in Wonder? Hoe kun je deze verwijzingen naar andere teksten uitleggen?
Slide 4 - Slide
Intertekstualiteit
Inter = tussen
Intertekstualiteit = Teksten tussen teksten
Een tekst (uit boeken, films, muziek, kunst) die in een andere tekst terugkomt
Interteksten verwijzen dus naar andere teksten en hebben een functie.
Echoooo
Echooooo
Echoooooo
Echooooooo
Slide 5 - Slide
Patroon:
Een 16-jarige jongen (Mylo) die per ongeluk zijn beste vriend (Mees) heeft gedood.
Slide 6 - Slide
Dora leeft in een wereld waar alleen avonturen light voorkomen: als ze drie keer zegt dat Zwieber niet moet stelen, dan betert Zwieber zijn leven. Als de zingende stenen opzij moeten, dan vraag je dat en dan gáán de zingende stenen opzij! Dora’s problemen zijn nooit heftiger dan een lichte kriebel, en de oplossing is altijd te vinden door het volgen van een stappenplan: óver de blije bergen, lángs de zingende stenen en dan náár het kleurige bloemenveld.
Dora is totaal infantiel, onschadelijk, en saaier dan een blokuur Frans. Behalve als je stoned bent. Dan is het epische shit.
Marco Kunst, Patroon.
Ik noemde Mees’ ouders ome Corné en tante Pascalle. Mees en ik waren net geen buren, net geen Jip en Janneke, mevrouw Szymansky woonde tussen ons in, maar we mochten door haar tuin naar elkaar toe.
waarom?
Slide 7 - Slide
"Herkenning
voor jongeren die dit lezen"
"Je weet dat het een boek van nu is"
"Mylo roept herinneringen op aan zijn kindertijd, toen Mees nog leefde"
"Dit boek gaat over verlies, verdiet en schuld, het tegenovergestelde van een kinderachtig verhaal."
"Mylo verlangt naar zijn kindertijd, toen het leven nog onschuldig was. Nu is het ellendig en een puinzooi."
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wonder: intertekstualiteit
In Wonder zijn veel meer verwijzingen opgenomen.
Waarom?
Waarom?
Slide 14 - Slide
Vraag 1
Het boek en het eerste deel beginnen met fragmenten uit het liedje ‘Wonder’ van Natalie Merchant.
Over wie heeft Summer het in de verwijzing en waarom past deze tekst bij haar?
Slide 19 - Slide
Wel of geen uitleg van de schrijver
In het hoofdstuk ‘Lam naar de slachtbank’ (blz.54) legt de schrijver het een en ander uit over een verwijzing naar Star Wars.
Lees dat hoofdstuk en leg aan elkaar uit.
Dat gebeurt lang niet altijd. Vaak moet je er zelf achter komen waarom een auteur de verwijzingen naar andere teksten in zijn boek heeft opgenomen.
Slide 20 - Slide
Vraag 4 - 'Dit is mijn geheim. Het is heel simpel. Alleen met je hart kun je helder zien. De belangrijke dingen zijn niet zichtbaar voor het oog' is het begin van deel vier, JACK. Deze tekst komt niet uit een liedje. Zoek uit waar deze tekst vandaan komt en leg uit hoe we deze tekst op moeten vatten, vanuit Jack gezien.
Slide 21 - Open question
Vraag 5 Leg uit wat je denkt dat de verwijzing aan het begin van deel vijf betekent voor het boek.
Klopt je antwoord bij 5 nog of denk je nu dat de verwijzing een andere betekenis heeft?
Slide 23 - Slide
Vraag 6: klopt je antwoord bij 5 nog of denk je nu dat de verwijzing een andere betekenis heeft?
Slide 24 - Open question
Vraag 7. Deel zes is weer geschreven vanuit Auggie. Lees de verwijzing die aan het begin van dit deel staat. Zou deze verwijzing ook al bij het eerste deel gestaan kunnen hebben? Leg uit waarom wel/niet.
Bij welke scène uit het laatste deel past het liedje specifiek?
En waarom juist bij die scène?
Slide 28 - Slide
a. Bij welke scène uit het laatste deel past het liedje specifiek? b. En waarom juist bij die scène?
Slide 29 - Open question
Vraag 10. Wat voegen al deze verwijzingen uit de vorige vragen toe aan Wonder?
Slide 30 - Open question
Vraag 11. Welk liedje/film/boek/gedicht of iets anders vind jij goed bij Wonder passen? Kies iets wat je bij het hele boek of bij een bepaalde scène vindt passen. Leg je keuze uit en licht toe bij welk deel van het boek het past.