H1 paragraaf 2 De Nederlandse Industrie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is geen vestigingsplaatsfactor?
A
Snelwegen (bereikbaarheid)
B
Grondstoffen
C
Voldoende voedsel
D
Fabrieken (agglomeratie-effect)

Slide 11 - Quiz

Welke vestigingsvoorwaarde hoort niet in het rijtje thuis?
A
infrastructuur
B
arbeidsmarkt
C
recreatie mogelijkheden
D
grondstoffen

Slide 12 - Quiz

Multinationals zijn....
A
Bedrijven die in één land gevestigd zijn
B
mensen met meerdere nationaliteiten
C
Mensen met één nationaliteit
D
Bedrijven die in meerder lander gevestigd zijn

Slide 13 - Quiz

wat is het verschil tussen de twee groepen vrachtgoed?
A
stukgoederen zijn verpakt en massa goederen niet
B
massa goederen zijn verpakt en stukgoederen niet
C
massa goederen worden altijd met de vrachtwagen vervoerd en stukgoederen met de boot

Slide 14 - Quiz

Kies de beste vestigingsplaatsfactoren
A
een hoogopgeleide arbeidsmarkt en goede verbindingen
B
goede arbeidsmarkt, rijke afzetmarkt, verbindingen
C
aanwezigheid van grondstoffen en verbindingen
D
goedkope arbeidsmarkt, grondstoffen en ligging

Slide 15 - Quiz

Industriële inertie
A
Een bedrijf blijft zitten waar het zit
B
Een bedrijf verhuist mee met de vestigingsplaatsfactoren
C
Een bedrijf past zich aan en zoekt nieuwe vestigingsplaatsfactoren
D
Een bedrijf gaat zich op andere klanten richten

Slide 16 - Quiz

Welke zijn grondstoffen en welke halffabrikaten? Sleep ze naar de juiste kant.
Grondstof
Halffabrikaat
Ijzererts
Ijzer
Boom
Hout
Zand
Glas

Slide 17 - Drag question

massagoederen 
stukgoederen 

Slide 18 - Drag question

Massagoed
Stukgoed
Aardolie
IJzererts
Televisies
Schoenen
Steenkool
Lampen
Laptops

Slide 19 - Drag question

Een Multinational is een bedrijf met vestigingen over de hele wereld. Noem een voorbeeld?

Slide 20 - Mind map

Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?

Slide 21 - Open question