H4.3 De man

Basisstof 2 
Een vrouw 
(Wat weet je nog?)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisstof 2 
Een vrouw 
(Wat weet je nog?)

Slide 1 - Slide

In welk orgaan worden de eicellen bewaard?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 2 - Quiz

In welk orgaan kan een eicel worden bevrucht?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 3 - Quiz

In welk orgaan zal een kindje groeien en zich ontwikkelen?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 4 - Quiz

Janneke wordt op 2 april ongesteld.
Wanneer zal zij haar eerstvolgende eisprong hebben?
A
9 april
B
16 april
C
23 april
D
30 april

Slide 5 - Quiz

Basisstof 3 Een Man
(blz. 29-31)
Lesdoelen:
4.3.5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
4.3.6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 6 - Slide

Wat weet je al van het voortplantingsstelsel van een man?

Slide 7 - Mind map

Herhaling vorige les
Klik op de volgende slide en kies de juist naam voor het orgaan van het voortplantingsstelsel bij de man.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Het scrotum regelt de perfecte temperatuur!

Slide 11 - Slide

Hormoonklieren
- Hypofyse
- Teelballen

Slide 12 - Slide

Erectie

Slide 13 - Slide

Zaadcel:
  • kop (DNA)
  • mitochondriën
  • zweephaar

Slide 14 - Slide

Zaadcellen
 
- In sperma
- Steeds opnieuw gemaakt.
- Hebben enzymen waarmee ze de wand
van de eicel in kunnen gaan.

Slide 15 - Slide

6

Slide 16 - Video

01:13
Wat doet de bijbal?

Slide 17 - Open question

01:24
Hoe krijgt de man een stijve?

Slide 18 - Open question

02:22
Via welk orgaan verlaat de sperma het lichaam?

Slide 19 - Open question

03:16
Waaruit bestaat een zaadcel?

Slide 20 - Open question

01:13
Wat doet de teelbal?

Slide 21 - Open question

01:13
Wat bevindt zich in de balzak?

Slide 22 - Open question

Lesdoelen gehaald?
  • 4.3.5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
  • 4.3.6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 23 - Slide

Zet de organen in de juiste volgorde van een zaadlozing.
1
2
3
4
5
6
Prostaat
Zaadleider
Zaadblaasje
Teelbal
Bijbal
Urine-buis

Slide 24 - Drag question

Teelballen
Zaadleiders
Zaadblaasjes
Prostaat
Bijballen
Maakt zaadcellen
Opslagplaats voor zaadcellen
Zorgt voor vervoer van zaadcellen
Voegt vocht toe aan zaadcellen
Voegt vocht en voedingsstoffen toe aan zaadcellen

Slide 25 - Drag question

Waarvoor dient het vocht uit de zaadblaasjes?
A
het doodt bacteriën
B
het geeft voedsel aan de zaadcellen
C
het maakt de vagina minder zuur

Slide 26 - Quiz

Waarvoor dienen de zwellichamen?
A
ze zorgen voor een erectie
B
regelen de temperatuur
C
ze produceren zaadvocht
D
ze helpen een orgasme te bereiken

Slide 27 - Quiz

Wat is de functie van de teelballen?
A
ze maken alleen zaadcellen
B
ze maken alleen zaadvocht
C
ze maken het geslachtshormoon
D
ze maken zaadcellen en het geslachtshormoon

Slide 28 - Quiz

Hoe is een zaadcel opgebouwd?

Slide 29 - Open question

Als een zaadcel een eicel heeft bevrucht, dan kunnen andere zaadcellen er nog bij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Aan de slag!
Maak van 4.3 de opdrachten 1 t/m 4 + 7

Slide 31 - Slide