H10 Krachten

Krachten
Hoofdstuk 10
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Krachten
Hoofdstuk 10

Slide 1 - Slide

Soorten Krachten
§1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 10.1
10.1.1 Je kunt beschrijven welke effecten krachten op een voorwerp kunnen hebben.
10.1.2 Je kunt de grootte van een kracht met een geschikte krachtmeter meten.
10.1.3 Je kunt een kracht tekenen als een vector, volgens een gegeven krachtenschaal.
10.1.4 Je kunt de krachten benoemen die in een gegeven situatie op een voorwerp werken.
10.1.5 Je kunt de zwaartekracht berekenen die op een voorwerp werkt.
10.1.6 Je kunt beredeneren of twee magnetische voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.
10.1.7 Je kunt beredeneren of twee elektrisch geladen voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.

Slide 3 - Slide

De effecten van krachten
  • Krachten kun je niet zien.
  • Je kan wel het effect van een kracht zien.
  • Je kan voorwerpen vervormen.  Dit kan blijvend (plastische vervorming) of niet blijvend (elastische vervorming) zijn. *
  • Je kan ook de snelheid en de richting van een voorwerp veranderen.

Slide 4 - Slide

Paspoort: Kracht
  • Grootheid: Kracht.
  • Symbool: F
  • Eenheid: Newton
  • Afkorting van de eenheid: N
  • Kracht van 300 Newton
  • F=300 N

Slide 5 - Slide

Krachten meten
  • Dit doe je met een Newtonmeter / krachtenmeter / dynamometer.
  • Hier zit een veer in.  Stugge veren zijn voor grote krachten en slappe veren zijn voor kleine krachten.
  • Bekijk steeds het meetbereik (0N - 5N).
  • Lees zo nauwkeurig mogelijk af!

Slide 6 - Slide

Krachten tekenen
  • Heeft een richting, lengte en een grootte.  Daarom is dit ook een vector!
  • Geef elke pijl ook een naam!
  • Net zoals op een landkaart gebruik je een schaal, de krachtenschaal.
  • bv: 1 cm ≙ 5 N
  • Dat betekent dat een pijl met een lengte van 1 cm een kracht van 5 N voorstelt. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zwaartekracht
  • Op elk voorwerp werkt zwaartekracht.
  • Deze is uit te rekenen als je de massa (kg) vermenigvuldigd met de valversnelling (9,80665 N/kg → 10 N/kg). *
  • Zwaartekracht = m(kg) x 10
Fzw=m10

Slide 9 - Slide

Een cementbak heeft een massa van 3,5 ton.  Bereken de kracht die uitgeoefend wordt in de kabel.

Slide 10 - Slide

Een cementbak heeft een massa van 3,5 ton. Bereken de kracht die uitgeoefend wordt in de kabel.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:

Slide 11 - Slide

Nog enkele krachten
  • Spierkracht → je oefent met je spieren een kracht uit op ...
  • Veerkracht → tegenwerkende kracht die een veerkrachtig voorwerp op je uitoefent.
  • Spankracht → kracht in een strakgespannen kabel.
  • Normaalkracht → kracht die de bodem op een voorwerp uitoefent.
  • Magnetische kracht → kracht die een magneet uitoefent op een voorwerp. *
  • Elektrische kracht.

Slide 12 - Slide

Krachten rond een magneet.  Je ziet de veldlijnen.

Slide 13 - Slide

Krachten die elektrische ladingen kunnen uitoefenen

Slide 14 - Slide

Krachten in constructies
§2

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 16 - Slide

Om een constructie te maken moet nagedacht worden over de materialen.  Er komen verschillende soorten krachten op te staan.

Slide 17 - Slide

De tuibrug
  • Op de kabels staat er een spankracht → 

  • Op de pylonen staat een drukkracht → 

  • Op het brugwegdek staan druk en trekkrachten 

Slide 18 - Slide

Onbelast
  • Dan staan er geen krachten op een voorwerp.

Slide 19 - Slide

Bouwmaterialen kiezen
  • Berekenen hoe de belasting op materialen werkt.  Dus rekening houden met druk- en trekkrachten.
  • Bakstenen zijn goed bestand tegen drukkrachten maar niet tegen trekkrachten.

Slide 20 - Slide

Beton
  • Beton wordt gemaakt door zand, grind, cement en water in de juiste verhouding te mengen.
  • Goed bestand tegen drukkrachten, maar betonnen vloeren kunnen doorzakken → trekkrachten!
  • Dan worden er kabels of netten in beton gespannen → gewapend beton.

Slide 21 - Slide

Gewapend beton

Slide 22 - Slide

Boogvorm
Boogvormen zijn zeer sterk!

Slide 23 - Slide

De betonvibrator

Slide 24 - Slide

Hout
  • Hout kan tegen druk- en trekkrachten.
  • Makkelijk te bewerken en elkaar te bevestigen.
  • Driehoekige vormen zijn zeer sterk.

Slide 25 - Slide

Driehoekige vormen zijn sterk

Slide 26 - Slide

Andere ontwerpeisen
  • Er wordt ook rekening gehouden met andere factoren dan sterkte:
  • de dichtheid;
  • het uiterlijk;
  • de prijs;
  • de isolatiewaarde;
  • de brandbaarheid;
  • de duurzaamheid;
  • de effecten op het milieu.

Slide 27 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 28 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 81 - 88

Slide 29 - Slide

Krachten samenstellen
§3

Slide 30 - Slide

Leerdoelen 4GTL

Slide 31 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je pennenmap?

Slide 32 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je pennenmap?
  • Zwaartekracht en normaalkracht
  • Welke kracht overwint?

Slide 33 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je pennenmap?
  • Zwaartekracht en normaalkracht
  • Welke kracht overwint?
  • Geen, er is evenwicht en de nettokracht is 0N.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

De resultante
  • Dit is nettokracht (het resultaat van 2 of meerdere krachten) die op een voorwerp inwerkt.
  • Bij een glas op tafel is die 0N.  Er is een evenwicht (tussen zwaartekracht en normaalkracht).

Slide 36 - Slide

De resultante berekenen
  • Als de krachten in dezelfde richting werken, mag je deze optellen.


  • Als de krachten in tegengestelde richting werken, mag je deze van elkaar aftrekken.
Fres=F1+F2
Fres=F1F2

Slide 37 - Slide

Maar hoe lossen we oefening c dan op?

Slide 38 - Slide

Constructie maken!
= examenstof

Slide 39 - Slide

Enkele voorbeelden
Krachten samenstellen

Slide 40 - Slide

Leerdoelen 4GTL

Slide 41 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 89 - 99

Slide 42 - Slide

Krachten ontbinden
§4

Slide 43 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 44 - Slide

3 keer evenwicht

Slide 45 - Slide

Krachten in constructies
  • Bij het ontwerpen van een constructie vraagt een ontwerper zich steeds een aantal zaken af.
  • Wat voor krachten komen er op elk onderdeel te staan?
  • • Gaat het om drukkrachten of om trekkrachten?
  • • Wat weet ik over de grootte van deze krachten?
  • • Hoe sterk moet ik ieder onderdeel maken?
  • Daarom worden deze krachten vaak ontbonden.  We maken enkele oefeningen.

Slide 46 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 47 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 100 - 113

Slide 48 - Slide