OSP - lesweek 3

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je erbij vandaag?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat hoop je uit deze les te halen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Doelen
  1. Je kunt uitleggen wat eigen regie is
  2. Je kunt de stappen van de eindopdracht toelichten.
  3. Je kunt de criteria in de rubric toelichten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Terugblik op vorige week
5 minuten
Theorie zelfregie
15 minuten
Opdracht zelfregie
10 minuten
Theorie doelen opstellen
15 minuten
Opdracht doelen opstellen/ Feedbackmoment
20 minuten
Afronding les
10 minuten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op vorige week
Wat weet jij nog van vorige week? Doe de volgende opdracht uit je hoofd!

  1. Noteer voor jezelf op een blaadje wat jij nog weet van de les van vorige week
  2. Overleg met een klasgenoot: welke punten heeft je klasgenoot opgeschreven? Wat vinden jullie de belangrijkste dingen van de les van vorige week?
  3. Nabespreking in de klas

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Toets methodisch begeleiden
Wat weet jij nog?

Maak de toets op It's Learning.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk van vorige week
Vorige week heb ik jullie twee opdrachten gegeven:

  1. Stap 1 van de eindopdracht en een keuze maken tussen de twee opties van de eind opdracht
  2. Maak een start met informatie van de cliënt achterhalen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Theorie eigen regie

Slide 9 - Slide

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?
2) voor wie geldt eigen regie?
3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren
4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?
Eigen regie
(Bijna) iedereen in Nederland heeft zelfbeschikkingsrecht. Dit betekent dat (bijna) iedereen zijn/haar eigen keuzes mag maken.

In je begeleiding houd je rekening met 5 aspecten:
  1. Een cliënt kan door een eventuele beperking afhankelijk zijn van anderen. Het is dan belangrijk dat je de cliënt dit laat inzien zodat hij hier rekening mee kan houden bij de keuzes die hij kan maken
  2. Positieve benadering: Wat wil de cliënt graag, wat kan hij goed?
  3. Geef inzicht in eigen wensen: wat zou de cliënt willen bereiken?
  4. Laat de cliënt inspraak hebben in welke ondersteuning hij nodig heeft en hoe vaak hij deze nodig heeft
  5. Betrek naastbetrokkenen bij de begeleiding zodat de cliënt altijd om hulp kan vragen als dat nodig is

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Methodisch begeleiden: Theorie 7.2
                                              -  Zelfregie (Eigen Regie): eigen keuzes maken  - wat kan de cliënt                                                                   (krachten), zeggenschap (over ondersteuning)



Zelfredzaamheid: wil zeggen dat iemand in staat is zelfstandig
 een eigen leven te leiden - zelfstandig (mee)doen, 
denk aan mogelijkheden en beperkingen.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Korte Quiz: 
- Steek je hand op als je denkt dat het antwoord klopt.
- Hou je handen omlaag als je denkt dat het antwoord onjuist is
Vraag 1
Een aspect in de ondersteuning van eigen regie is de cliënt zelf laten bepalen welke ondersteuning hij wil, hoe vaak en wanneer. 

JUIST = Hand opsteken
ONJUIST = Geen hand opsteken
timer
0:30

Slide 13 - Slide

Vraag 1: juist
Vraag 2.
Als je het niet eens bent met de keuze van de cliënt, probeer je hem te overtuigen dat de keuze niet handig is.

JUIST = Hand opsteken
ONJUIST = Geen hand opsteken
timer
0:30

Slide 14 - Slide

Vraag 2: juist en onjuist
Beginsituatie vastgesteld?
Nadat je een kort verslag hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 2 van de methodische cyclus gekomen.  ( Stap 3. In de eindopdracht)

Formuleer nu aan de hand van de beschreven informatie van de cliënt  minimaal drie ondersteuningsvragen

•Geef per ondersteuningsvraag aan uit welk leefgebied/ ontwikkelingsgebied deze komt
•Geef per ondersteuningsvraag aan of deze impliciet of expliciet is. Licht dit kort toe.
•Motiveer per ondersteuningsvraag welke informatiebron je hiervoor gebruikt heb


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
Nadat je een beginsituatie hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 3 van de methodische cyclus gekomen.  ( Stap 4. In de eindopdracht)

Je gaat doelen formuleren met de persoonlijk begeleider die jullie samen met de cliënt gaat proberen te bereiken in je begeleiding.
Er bestaan doelen voor de kortere termijn (ongeveer 0-6 weken) en voor de langere termijn (langer dan 6 weken)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
Doelen worden vaak SMART opgesteld. Elke letter staat voor een bepaald begrip. 

Wie kan vertellen voor welke begrippen de letters staan?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / concluderen of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: Kan het doel bereikt worden?

Tijdgebonden: hoe lang gaat het duren om het doel te bereiken?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Wat is blijven hangen van de les van vandaag?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Werk aan stap 1 tot en met 3 van de eindopdracht.
  • Lezen Methodisch begeleiden thema 6.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie van de les
-210

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Dank voor de aandacht!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions