Examentraining 4BK week 14

Examentraining Engels
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examentraining Engels

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Ik train mijn leesvaardigheid op mijn eigen niveau
  • ik train mijn kijk-luistervaardigheid op mijn eigen niveau

Slide 2 - Slide

Welke vragen stel je jezelf?
  • Wat is de stand van zaken?
  • Hoe schat jij jezelf in?
  • Uit welke onderdelen bestaat je eindexamen?
  • Waar wil je je in verbeteren?
  • Hoe kun je je verbeteren? 
  • Wat is belangrijk om te 'leren'?

Slide 3 - Slide

FACET
  • leesvaardigheid
  • kijk-luistervaardigheid 
  • Basis 60 min / Kader 90 min
  • Woordenboek 

Slide 4 - Slide

Wat is het doel van begrijpend lezen?
A
Een tekst begrijpen
B
Belangrijke informatie uit een tekst halen
C
Betekenis van onbekende woorden achterhalen
D
Een tekst voor plezier kunnen lezen

Slide 5 - Quiz

Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 6 - Drag question

Bij welke strategie lees je de hele tekst
nauwkeurig?
A
Intensief lezen
B
Scannen/Skimmend
C
Begrijpend
D
Zoekend

Slide 7 - Quiz

Effectief of niet: leesstrategieën
Effectief
Niet effectief
Eerst de hele tekst lezen
Aantekeningen maken
Bedenken wat je al weet 
Starten met het lezen van vragen 
Starten met lange teksten
Eerst bekijken waar de tekst over gaat
Zelf bedenken wat het antwoord op de vraag kan zijn
Letten op plaatjes

Slide 8 - Drag question

Tekst
Skimmen 
(titel, plaatjes)
Stap 2
Stap 3
Stap 5
Stap 4
Stap 1
Eigen antwoord
Intensief lezen
Vraag lezen
Scannen

Slide 9 - Drag question

Globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
tekst helemaal lezen
tekst goed begrijpen
specifieke informatie vinden
vinden van hoofdzaken

Slide 10 - Drag question

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 11 - Drag question

Engelse teksten lezen en begrijpen.
A
Lukt mij goed.
B
Gaat redelijk.
C
Vind ik lastig.
D
Lukt niet.

Slide 12 - Quiz

4 Basis FACET
  •  PTA B4 VMBO BB Engels 2019 - voorbeeld
  •  PTA B4 VMBO BB Engels 2018 - voorbeeld

Slide 13 - Slide

4 Kader FACET
  • PTA K4 VMBO KB Engels 2018 - voorbeeld
  • PTA K4 VMBO KB Engels 2019 - voorbeeld

Slide 14 - Slide


Hoe schat je jezelf in op dit moment?

++
+
+-
-+
_
--

Slide 15 - Poll

Signaalwoorden
1. Leer signaalwoorden: -> structuur, verbanden, doel van de tekst. bijv. because, and, therefore, however, furthermore....


Slide 16 - Slide

                                  Signaalwoorden (linking words)
Om een tekst beter te kunnen begrijpen, kun je letten op signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden tussen onderdelen van een tekst aan. 
Met signaalwoorden kun je ook vaak bepalen wat het doel van de schrijver is:
een voorbeeld geven: for example, such as, like
extra informatie geven: also, moreover, on top of that, besides, and, what’s more, furthermore
iets tegenspreken: however, but, instead, although, except
een reden geven: that’s why, because, obviously
een voorwaarde geven: if, whether, unless
een volgorde aangeven: first, secondly, finally
een conclusie trekken: so, therefore

Slide 17 - Slide

They were angry ....... their plans had been discovered.
A
moreover
B
because
C
therefore
D
if

Slide 18 - Quiz

He never works ..... he failed his exam.
A
because
B
likely
C
that's why
D
in fact

Slide 19 - Quiz

Soorten vragen: alinea's in de juiste volgorde zetten

Slide 20 - Slide

Welk signaalwoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
Also
In short
Provided that
However
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Voorwaarde
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 21 - Drag question

Welke signaalwoorden ken je al? Test jezelf. Schrijf de juiste vertalingen. Kies dan het juiste signaalwoord.
  1. for example  = .....................
  2. such as  = ...........................
  3. also  = ...............................
  4. however  = ......................
  5. because  = ...........................
  6. if  = ........................................
  7. unless  = ...............................
  8. first  = ...................................
  9. finally  = ...............................
  10. so  = ......................................
1) We stayed inside ................ of the storm. (because / if)   
2) I wanted to stay longer ................ I was really enjoying the party. (since / because of
3) Amanda stayed at home ................... her illness. (as / due to)
4) There was a terrible traffic jam, but ................. I got home. (finally / as)
5) Many flights are cheaper in the winter, ................. we decided to travel then. (since / so)

Slide 22 - Slide

Wat ga jij de volgende les doen?
oefenen in Holmwoods lezen
oefenen in Facet leesvaardigheid
oefenen met signaalwoorden
oefenen met woordenboek
oefenen met een klasgenoot
oefenen in Facet kijk-luistervaardigheid
oefenen in Holmwoods luisteren
anders, namelijk...

Slide 23 - Poll

......... I’m here early, I can help you make dinner.
A
since
B
as well as
C
consequently
D
instead

Slide 24 - Quiz

Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 25 - Open question

...... you were not there, I left a message
A
that is why
B
as
C
However
D
such as

Slide 26 - Quiz

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
also
B
however
C
since
D
such as

Slide 27 - Quiz