Mondhygiëne

Mondhygiëne
Bestudeer Thieme Meulenhoff:thema 2 blz 102
 Maak de vragen van dit thema

1 / 22
next
Slide 1: Slide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mondhygiëne
Bestudeer Thieme Meulenhoff:thema 2 blz 102
 Maak de vragen van dit thema

Slide 1 - Slide

Verzorgen van de mond

  • Er blijven vaak etensresten achter, geef de cliënt daarom een glas water na het eten.
  • Kan de cliënt niet meer drinken uit een glas, dan kunnen er dental swabs gebruikt worden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Tanden poetsen
  • Minimaal 2 keer per dag poetsen;
  • Gebruik een hand- of elektrische tandenborstel;
  • Gebruik tandenstokers of ragers om tussen de tanden te poetsen;
  • Gebruik goede tandpasta.(met fluoride)

Slide 5 - Slide

Taken 

  • Cliënt ondersteunen bij dagelijkse mondhygiëne.
  • Afspraak maken bij tandarts of mondhygiënist;
  • Ondersteuning bieden bij een bezoek;

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

Meerkeuzevragen

Slide 16 - Slide

Wanneer moet je je tandborstel vervangen
A
Als de tandborstels in de aanbieding zijn
B
Om de 2 maanden
C
Om de 3 maanden
D
Om de 6 maanden

Slide 17 - Quiz

Hoeveel tandpasta moet er op een tandenborstel
A
De grote van een doperwt
B
Dat mag je zelf bepalen
C
Veel, zodat het goed schuimt
D
Tandpasta is niet altijd nodig om te gebruiken

Slide 18 - Quiz

Wat is het beste poetsmoment?
A
's ochtends voor het eten
B
's ochtends na het eten
C
's avonds na het eten
D
's avonds voor het slapen

Slide 19 - Quiz

Ik poets mijn gebit op de volgende wijze
A
Met een heen- en weergaande beweging (horizontale methode)
B
Met een op- en- neergaande beweging (verticale methode)
C
Met een ronde beweging (circulaire methode)
D
Zonder kracht met een Zonder kracht met een masserende beweging op de tandvleesranden (Bass-methode)

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we een kindergebit ook wel eens?
A
klein gebit
B
kindergebitje
C
niet compleet gebit
D
melkgebit

Slide 21 - Quiz

In deze levensfase krijgt een kind een volledig blijvend gebit
A
Peuter
B
Kleuter
C
Schoolkind

Slide 22 - Quiz