Communisme onder Stalin

Communisme en Stalin
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Communisme en Stalin

Slide 1 - Slide

Inhoud 
Herhaling
Uitleg
Tussenopdracht

Slide 2 - Slide

Herhaling
Communisme
Marx en Engels
Russische Revolutie
Burgeroorlog

Slide 3 - Slide

Huiswerkopdracht
1. Geef een eigen definitie van het communisme. Eigen antwoord. Moet o.a klasseloos, socialistisch, staat en gemeenschappelijk in zitten.​

2. Welke voordelen heeft het communisme, en welke nadelen? In theorie heeft niemand meer honger en is niemand meer arm. Nadelen je kan niets opbouwen en niets is van jou.​
3. Zoek op wat het kapitalisme is. Geef ook hier een definitie van. Bv. Economisch systeem gericht op winst maken. ​
4. Wat zijn de overeenkomsten tussen het communisme en kapitalisme? Bv. Beiden een economisch systeem, vinden zichzelf het beste. ​
5. Wat zijn de verschillen tussen het communisme en kapitalisme? Bv. Alles van de staat vs. Eigen bezit.​
6. Zoek de ‘fases’ op van het communisme. Klassenstrijd > dictatuur van het proletariaat > communistische klasseloze samenleving ​
7. Is het communisme (zoals Marx en Engels ooit hebben bedacht) ooit tot de ‘laatste fase’ gekomen? Nee, er bleven altijd bestuurders die meer macht en rijkdom hadden dan de rest van het volk 





Slide 4 - Slide

Sovjet-Unie en Communisme
De communisten wilden een staat volgens het marxisme-leninisme
  • Alle andere partijen werden verboden
  • Politieke en geestelijke tegenstanders werden gearresteerd
  • De elite werd uit hun functies ontheven
  • Vrouwen kregen kiesrecht
  • Collectivisme - van privé eigendom naar staatsbezig (gemeenschappelijk eigendom)

Bovenstaand mislukt - 1921: Nieuw Economische Politiek - een deel van de eigendommen gaat terug naar boeren en kleine ondernemingen. De economie trekt weer aan

Slide 5 - Slide

Lenin
  • Lenin, geboren 1870, sterft in 1924 en er komt een machtsstrijd binnen de communistische partij 
  • Tegen de wens van Lenin in komt Stalin in 1929 aan de macht

Slide 6 - Slide

Lenin
Na beroerte

Slide 7 - Slide

Sovjet-Unie onder Stalin
Vanaf 1929 alleenheerser. Zijn bewind wordt het Stalinisme genoemd. Belangrijkste hierbij was:

  1. Vijfjarenplan: planeconomie i.p.v. NEP
  2. Collectivisme van de landbouw: Kolchozen werden gesticht en gemechaniseerd
  3. Voorrang zware industrie: grondstofwinning en productie van energie en machines 
  4. Massale terreur: elk verzet werd hard onderdrukt - doorstraf of Goelag 

Slide 8 - Slide

Stalin en het westen
  • Stalin vertrouwde het Westen (vooral Engeland en Frankrijk) niet
  • De Engelse en Fransen hadden tijdens de Russische revolutie geprobeerd de bolsjewieken omver te werpen
  • Stalin wilde al vroeg een bondgenootschap tegen Italië en Duitsland (het fascisme), maar Engeland en Frankrijk wilden niet
  • De Sovjet-Unie mocht niets meebeslissen tijdens de Conferentie van München (1938). Stalin kon geen steun verwachten
  • Om het fascisme tegen te gaan sloot Stalin een bondgenootschap met Duitsland 
Molotov-Ribbentroppact, 1939

Slide 9 - Slide

Molotov-ribbentroppact
Op 23 augustus 1939 werd door de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland een pact getekend:
  • Art. 1: Beide partijen onthouden zich van iedere daad van geweld, agressie of aanval naar elkaar, individueel nog gezamenlijk met derden
  • Art. 2: Indien een van beide partijen geweld ondervindt door een derde macht zal de andere partij deze derde macht op geen enkele wijze ondersteunen 
  • Art. 3: Beide partijen zullen in de toekomst voortdurend met elkaar in contact blijven om elkaar te informeren over kwesties die gemeenschappelijke belangen hebben
Geheime aanvullingen

  1. De noordelijke grens van Litouwen zal de grens van de invloedssferen vertegenwoordigen, betreft de Baltische Staten
  2. De loop van de rivieren Narwe, Wiechel en San zullen de grens worden betreft de Poolse staat
  3. Dit protocol zal door beide zijden strikt geheim worden gehouden

Slide 10 - Slide