H4 van de bergen naar de zee - herhaling paragraaf 3-4
Geef een voorbeeld van een Polder.
A
Beemster
B
Veluwe
C
Utrechtse heuvelrug
D
Waddenzee
1 / 12
Items in this lesson
Geef een voorbeeld van een Polder.
A
Beemster
B
Veluwe
C
Utrechtse heuvelrug
D
Waddenzee
Slide 1 - Quiz
Amsterdam ligt
A
onder zeeniveau
B
boven zeeniveau
C
Tussen in
Slide 2 - Quiz
Apeldoorn is in Oost Nederland en ligt in
A
Laag Nederland
B
Midden Nederland
C
De Veluwe
D
Hoog Nederland
Slide 3 - Quiz
Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder,
3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee,
4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee,
4 = gemaal
Slide 4 - Quiz
Hoeveel % zou onder water staan als NL geen dijken & duinen zou hebben?
A
24%
B
52%
C
66%
D
72%
Slide 5 - Quiz
Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin
Slide 6 - Quiz
Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin
Slide 7 - Quiz
Wat ligt hoger?
A
Oeverwal
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
Komgrond
Slide 8 - Quiz
Hoe ziet het rivierenlandschap van de Rijn eruit?
A
Langs de rivier zie je dijken
B
Langs de rivier zie je veel dieren en bossen
C
Langs de rivier zie je bergen
D
Langs de rivier zie je komgronden en oeverwallen
Slide 9 - Quiz
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal
Slide 10 - Drag question
Uiterwaard
Terp
Stuwen
Wielen
Het stuk tussen de zomerdijk en winterdijk
Kunstmatige heuvel
Slide 11 - Drag question
Wat is het verschil tussen een zomerdijk en een winterdijk?
A
Een winterdijk wordt in de herfst opgebouwd en in de lente afgebroken
B
Een zomerdijk is minder stijl zodat je er goed op kunt picknicken
C
Een winterdijk is hoger dan een zomerdijk
D
De winterdijk is ter bescherming tegen het ijs
