Week 46 2HV Duits

Les 14 november
Ga op je plaats zitten
Pak je spullen

In stilte werken tot 11.10
  • opdr. 2 + 3 + 4 blz. 36/37/38
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 14 november
Ga op je plaats zitten
Pak je spullen

In stilte werken tot 11.10
  • opdr. 2 + 3 + 4 blz. 36/37/38

Slide 1 - Slide

Programm
Rückblick
Planung
Schritt 7
Grammatik




Slide 2 - Slide

Rückblick
  • Was machten wir letztes Mal?

Slide 3 - Slide

Planung
Schritt 7
  • Verb Sein 10 min
  • Aufgaben fertig und kontrolieren 8.30min
  • Stempeln, bitte 10 min

Slide 4 - Slide

Blz. 35. Wat denk je te gaan leren in deze Schritt?

Slide 5 - Slide

Wat ga je leren in Schritt 7?

Slide 6 - Mind map

Grammatik
Je leerde een tijdje terug het werkwoord hebben in het Duits
  • onregelmatig
  • uit je hoofd leren

Slide 7 - Slide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 8 - Drag question

Nog zo'n werkwoord!
Niet alleen haben is een superbelangrijk werkwoord

Ook het werkwoord sein (zijn)is belangrijk
  • onregelmatig
  • uit je hoofd leren
blz. 37

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

UND JETZT DU!!!!

Slide 12 - Slide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Drag question

wir ...
A
seien
B
sind
C
sein
D
bist

Slide 14 - Quiz

Du ...
A
seist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 15 - Quiz

sein: Sie (u).................
A
sin
B
sein
C
sind
D
ist

Slide 16 - Quiz

er_______14 Jahre alt(sein)

Slide 17 - Open question

du_______14 Jahre alt(sein)

Slide 18 - Open question

ihr ...
A
sind
B
seit
C
seid
D
seien

Slide 19 - Quiz

Wie alt..........Sie?
A
ist
B
sein
C
sind
D
seid

Slide 20 - Quiz

Mein Name ...... Rosa.
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 21 - Quiz

... Sie Herr Jansen?
A
bist
B
ist
C
sein
D
sind

Slide 22 - Quiz

sie (enkelvoud) ..................
A
is
B
isst
C
sei
D
ist

Slide 23 - Quiz

Waar kan je ''Ich und mein Freund'' door vervangen in de zin: Ich und mein Freund sind nicht da?
A
sie (mv)
B
ihr
C
wir
D
uns

Slide 24 - Quiz

ich und mein Freund ... zu Hause

Slide 25 - Open question

Wer ……. du?
A
sein
B
bist
C
bin
D
ist

Slide 26 - Quiz

jullie zijn
A
ihr sind
B
ihr seid
C
ihr sein
D
ihr seit

Slide 27 - Quiz

Aufgaben ab Seite 36
Aufgabe 2
Aufgabe 3
Aufgabe 4

Na aflopen timer controle/nakijken


timer
5:30

Slide 28 - Slide

Stempeln, bitte
voorbereiden: 5 min
uitvoeren 2 min
timer
5:00
timer
2:00

Slide 29 - Slide