This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
anatomie/ fysiologie hersenen
Slide 1 - Slide
herhaling
vandaag:
anatomie zenuwstelsel en hersenen (klein naar groot)
fysiologie zenuwstelsel en hersenen
Slide 2 - Slide
welke 2 zenuwstelsels zijn er?
A
perifere zenuwstelsel
B
centrale zenuwstelsel
C
hoofd zenuwstelsel
D
secundaire zenuwstelsel
Slide 3 - Quiz
perifere zenuwstelsel
alle uittredende zenuwen vanuit het ruggenmerg
centrale zenuwstelsel
hersenen
ruggenmerg
Slide 4 - Slide
De 2 hoofdonder-delen van ons zenuwstelsel
Slide 5 - Slide
zenuwen
Ons zenuwstelsel is gebouwd uit verschillende soorten zenuwen (neuronen).
Er zijn 3 soorten neuronen die alle drie een verschillende functie hebben.
Elke soort heeft contact óf vanuit het centrale zenuwstelsel óf vanuit het perifere zenuwstelsel.
Slide 6 - Slide
welke van de onderstaande neuronen is GEEN echte neuron?
A
schakel neuron
B
optische neuron
C
sensorische neuron
D
motorische neuron
Slide 7 - Quiz
sensorische neuron
Deze prikkel gaat vanuit een "sensor" via het perifere zenuwstelsel naar het centrale zenuwstelsel.
Voorbeeld: de raakt een glas hete thee aan. dit is het sensorische gedeelte. je voelt de hitte en je hersenen (centrale zenuwstelsel) registreert dit.
Slide 8 - Slide
motorische neuron
Deze prikkel gaat na de registratie in de hersenen (centrale zenuwstelsel) terug naar de plek van de sensor en zorgt voor een motorische reactie (beweging).
voorbeeld: je vingers voelen dat de thee te heet is en je hersenen zorgen ervoor dat jij je hand nu terug trekt om letsel (verbranding) te voorkomen.
Slide 9 - Slide
schakel neuron
Schakelzenuwcellen geleiden impulsen (prikkels) tussen zenuwcellen.
De meeste schakelcellen bevinden zich in het centrale zenuwstelsel.
Slide 10 - Slide
hoe noemen wij de reactie die het lichaam heeft bij het voorbeeld met de hete thee?
A
actie/ reactie
B
letsel voorkomend syndroom
C
reflexboog
D
zenuwproces
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Dit zijn de verschillende onderdelen van de hersenen.
Slide 13 - Slide
benaming blauw?
A
frontale kwab
B
occipitale kwab
C
temporale kwab
D
pariëtale kwab
Slide 14 - Quiz
benaming rood?
A
temporale kwab
B
pariëtale kwab
C
frontale kwab
D
occipitale kwab
Slide 15 - Quiz
benaming geel?
A
pariëtale kwab
B
temporale kwab
C
occipitale kwab
D
frontale kwab
Slide 16 - Quiz
het witte gedeelte
het witte gedeelte zijn de kleine hersenen.
de functie hiervan is:
fijne motoriek
coördinatie
timing van de bewegingen
Slide 17 - Slide
hersenstam
deze ligt onder de grote hersenen. hier worden belangrijke functies geregeld. als hier schade optreed dan kan iemand snel overlijden.
Slide 18 - Slide
welke van de onderstaande functies wordt NIET uitgevoerd door de hersenstam?
A
hartslag
B
temperatuur
C
ademhaling
D
spijsvertering
Slide 19 - Quiz
de sensorische neuronen kunnen worden onderverdeeld in zintuigen. welke zintuigen heeft de mens?
Slide 20 - Open question
pauze
7 minuten pauze....
Slide 21 - Slide
samenvattend
centrale en perifere zenuwstelsel
verschillende soorten neuronen
reflexboog
onderdelen hersenen
zintuigen
Slide 22 - Slide
welke reflexen ken je?
Slide 23 - Mind map
perifere zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel is verder onder te verdelen.
Een gedeelte hiervan staat onder jouw wil, het andere gedeelte doet alles automatisch.
Verder zorgt de ene voor "actie" en de ander voor "rust".
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
autonoom en somatisch
Deze onderverdeling van het perifere zenuwstelsel geeft aan wat onder onze wil staat en wat automatisch gaat.
We kunnen ook spreken over willekeurig en onwillekeurig.
autonoom-onwillekeurig-vegetatief
somatisch-willekeurig-animaal
Slide 26 - Slide
welke onderdelen worden geregeld door het autonome of onwillekeurige zenuwstelsel?
Slide 27 - Mind map
willekeurig of somatisch
Enkele voorbeelden van zaken die onder onze wil staan zijn:
bewegen
voelen
waarnemen
emotie
Slide 28 - Slide
autonoom of onwillekeurig
Dit zenuwstelsel heeft nog een onderverdeling.
Sympathisch en parasympatisch.
Deze activeert (actie) of deactiveert (rust) verschillende processen in het lichaam.
De reden hiervoor is dat het lichaam extra of beter kan presteren in bepaalde situaties en daarna weer in de "normale" of "rust" fase kan terugkeren.