Les 1 P8 pv tt

Maandag 23 september
Welkom allemaal
Pak je werkboek en schrift. 
Nakijken: cursus 2 paragraaf 2 opdracht 4 blz. 19.

1 / 11
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag 23 september
Welkom allemaal
Pak je werkboek en schrift. 
Nakijken: cursus 2 paragraaf 2 opdracht 4 blz. 19.

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling cursus 7
  1. Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  2. Sterke en zwakke werkwoorden
  3. Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
  4. Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden
  5. Voltooid deelwoord
Leerdoel: Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je over pv tt?

Slide 3 - Mind map

    Persoonsvorm tegenwoordige tijd
     Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (t.t):



ik of jij erachter
Stam
ik word, vind jij
jij/hij/zij/het/u
(enkelvoud)
Stam + t
jij wordt, zij vindt
wij/zij/jullie
(= meervoud,meerdere personen)
hele werkwoord
wij vinden, jullie worden 
worden= hele werkwoord      worden- en = de stam

Slide 4 - Slide

Ik-vorm
De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan.
kijken → kijk
dromen → droom
blijven → blijf
vinden → vind
zeggen → zeg
kiezen → kies

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Jij ...... (spelen) met de bal. --> Jij speelt met de bal.
..... (spelen) hij met de bal? --> 
Zij ...... (spelen) met de bal. -->
Het dier ...... (spelen) met de bal. -->
Zo ...... (spelen) u de bal. --> 

Slide 6 - Slide

Wat is de stam van:
lopen, rennen, braden, lachen

Slide 7 - Open question

Zet de pv in tt.
Hij (lopen) naar school. - Iris (werken) vandaag.
Bas (hebben) geen leuke dag. Ik (willen) een film kijken.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Spelling cursus 7 P8 blz 238 + 239 
Opdracht 1 t/m 4
Schrijf de antwoorden in het schrift
Klaar? online trainen spelling P8

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide