paragraaf 3

§ 3 Het volk krijgt de macht
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

§ 3 Het volk krijgt de macht

Slide 1 - Slide

Samenvattingsvragen 


1: Welke gevolgen van de industrialisatie waren rond 1900 in Nederland zichtbaar


2: Op welke manieren streden vrouwen voor hun rechten?


3: Wat veranderde er met de grondwetswijziging van 1917?

Slide 2 - Slide

Gevolgen van de industrialistatie

  • Bevolkingsgroei in de stad (3 miljoen 1850 - 7 miljoen 1920)


  • Meer welvaart voor de rijken


  • Verslechtering van de leef- en werkomstandigheden van de onderste bevolkingslagen (=sociale kwestie)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Filmpje werkomstandigheden 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

slechte werkomstandigheden
  • onveilig en ongezond, saai werk
  • lange werkdagen (14u/dag)
  • lage lonen => amper gezin onderhouden
  • Geen rechten !

Slide 7 - Slide

Erbarmelijke woonomstandigheden
  • slechte kleine huisjes (krotten)
  • grauwe arbeiderswijken
  • veel gezinsleden
  • slecht eentonig voedsel (vlees was zeldzaam)
  • hoge kindersterfte
  • weinig hygiëne -> één toiletblok voor heel de wijk.

Slide 8 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (1)
Industrialisatie leidt tot urbanisatie
Er ontstaat een grote klasse van fabrieksarbeiders. 
Woon- en werkomstandigheden zijn erg slecht. 

Sociale kwestie = vraagstuk rondom deze omstandigheden. Moet overheid wel/niet ingrijpen? 

Slide 9 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (2)
Er volgen maatschappelijke discussies over de sociale kwestie. 
  • Lange tijd heerst overtuiging dat het probleem zichzelf wel zal oplossen
  • Liberalen (in veel landen de macht in handen, vanaf mid 19e eeuw): overheid moet niet ingrijpen
  • Socialisten willen wel dat overheid de positie van arbeiders verbetert.

Slide 10 - Slide

Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Armenwet (1854)
  • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901),
  • Ongevallenwet (1901)


    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    Wat is de sociale kwestie?
    A
    Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
    B
    Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
    C
    Het probleem dat er kinderen moesten werken.
    D
    Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

    Slide 13 - Quiz

    Slide 14 - Slide

    Kinderwetje van Van Houten

    Slide 15 - Slide

    Sociale wetgeving
    Het kinderwetje van Van Houten
    • De liberalen kregen schrik voor opstanden van arbeiders (socialistische revolutie).
    • Samuel van Houten (een liberaal) ziet dat sociale wetgeving nodig is om dit te vermijden.
    • In 1874 wordt het Kinderwetje van Van Houten goedgekeurd. 
    • Alleen in fabrieken kwam er een verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar.

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Video

    Feminisme

    Vrouwen die opkomen voor 
    de (gelijke) rechten van de vrouw

    Slide 18 - Slide

    Samenvattingsvragen
    1.  Wat waren de doelstellingen van de eerste feministische golf?
    2. Op welke manier streden vrouwen voor hun rechten?
    3. Wie was Aletta Jacobs?

    Slide 19 - Slide

    Eerste feministische golf

    • In Nederland: 1870-1920

    • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
    • Doel II: Toelating tot universiteiten

    Slide 20 - Slide


    Vereeniging voor 
    Vrouwenkiesrecht (VvVK)


    Wilhelmina Drucker
    Aletta Jacobs

    Slide 21 - Slide

    Slide 22 - Video

    Slide 23 - Video

    Hoe keken de zuilen naar vrouwenkiesrecht?



    Socialisten
    Confessionelen
    Liberalen

    Slide 24 - Slide

     MENINGEN OVER VROUWENKIESRECHT

    • SOCIALISTEN: Loon (mannelijke) arbeiders omhoog -  Steunden vrouwenkiesrecht maar algemeen kiesrecht voor mannen is belangrijker!
    • CONFESSIONELEN: Politiek is alleen voor mannen - Vrouw thuis bij het gezin!
    • LIBERALEN: Verdeeld - Grootste deel vóór vrouwenkiesrecht

    Slide 25 - Slide

    Tweede feministische golf


    In Nederland 1960 - 1985

    Doel: Abortus en de pil
    Doel: Economische zelfstandigheid (minimumloon)

    Slide 26 - Slide

    Slide 27 - Link

    3.3 De veranderingen in de grondwet van 1917

    Slide 28 - Slide

    Samenvattingsvragen
    1. Hoe werd de schoolstrijd opgelost?
    2. Wat betekent pacificatie? 
    3. Wat veranderde er met de grondwetswijziging van 1917?

    Slide 29 - Slide

    Algemeen kiesrecht

    ''Zoveel mensen zoveel wensen''


    Verandering grondwet is nodig! 


    Zuilen moeten samenwerken om doelen te bereiken

    Slide 30 - Slide

    Grondwetswijziging 1917


    •  Algemeen mannenkiesrecht (1917) en
    •  Passief kiesrecht vrouwen


    Schoolstrijd opgelost door:

    •  Financiële gelijkstelling onderwijs
    •  Evenredige vertegenwoordiging



      1815

      1848

      18

      venredige vertegenwoordiging

    Slide 31 - Slide

    Schoolstrijd

    Slide 32 - Slide


    Pacificatie
    1917



    • Pacificatie betekent letterlijk: vredestichting
    • Er werd tussen de partijen politieke vrede gesloten door een oplossing te vinden voor een aantal politieke problemen

    Slide 33 - Slide

    'Sinterklaasfeest van 1917'
    Aletta Jacobs
    Zij krijgt hier 'niks', omdat vrouwen slechts passief en geen actief kiesrecht kregen.
    Pieter Jelles Troelstra
    Hij was blij, omdat er algemeen kiesrecht voor mannen kwam.
    Abraham Kuyper
    Hij was blij, omdat er ook geld kwam voor bijzonder onderwijs.

    Slide 34 - Slide

    Verhoudingen vóór en na de Pacificatie van 1917

    Slide 35 - Slide

    Waarover ging de Schoolstrijd?
    A
    ruzie tussen openbare scholen en bijzondere scholen
    B
    openbare scholen willen geld van de overheid
    C
    bijzondere scholen willen dezelfde schoolboeken als openbare scholen
    D
    katholieke en protestantse scholen willen, net zoals openbare scholen, geld van de overheid

    Slide 36 - Quiz


    Tussen welke groepen ging de schoolstrijd? 
    A
    Overheid en liberalen
    B
    Overheid en socialisten
    C
    Overheid en confessionelen
    D
    Overheid en Thorbecke

    Slide 37 - Quiz

    Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
    A
    1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
    B
    1. kiesrecht mannen, 2. nieuwe koning, en 3. nieuw kiesstelsel
    C
    1. kiesrecht mannen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
    D
    1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw parlement

    Slide 38 - Quiz

    Wanneer werd de Schoolstrijd opgelost?
    A
    1917
    B
    1925
    C
    1914
    D
    1919

    Slide 39 - Quiz


    Welke actiepunten horen bij de Eerste Feministische Golf? Vrouwen uit de Eerste Feministische Golf eisten
    A
    gelijke politieke rechten + herverdeling van huishoudelijke taken.
    B
    recht op abortus + toegang tot hoger onderwijs
    C
    herverdeling van huishoudelijke taken + kinderopvang.
    D
    toegang tot hoger onderwijs + gelijke politieke rechten.

    Slide 40 - Quiz

    Waar streefden de feministen naar?
    A
    De feministen wilden dat alles bij het oude bleef.
    B
    De feministen wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
    C
    De feministen wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
    D
    De feministen wilden gelijke rechten tussen mannen en vrouwen.

    Slide 41 - Quiz

    Wanneer was de 1e feministisce golf?
    A
    circa 1810 tot 1840
    B
    circa 1950 tot 1960
    C
    circa 1960-1970
    D
    circa 1880 tot 1920

    Slide 42 - Quiz

    Wat is de sociale kwestie?
    A
    De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
    B
    De wet kinderarbeid te verbieden.
    C
    De slechte levensomstandigheden van de arbeiders en het besef dat hier een oplossing voor moest komen
    D
    Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

    Slide 43 - Quiz

    Wie wilden de rol van de overheid in de sociale kwestie veranderen?
    A
    Liberalen
    B
    Socialisten
    C
    Feministen
    D
    Nationalisten

    Slide 44 - Quiz