Week 9

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat leer je vandaag? 
 onderwerp


De persoonsvorm in enkelvoud of meervoud schrijven zodat het past bij het onderwerp
Je leert: 

Slide 2 - Slide

Als het onderwerp in het enkelvoud staat, staat de persoonsvorm dat ook.
Juist
Onjuist

Slide 3 - Poll

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Slide 4 - Slide

Wat is het onderwerp in de zin:
De kudde koeien staat/staan in de wei.

Slide 5 - Open question

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de kudde koeien
A
de
B
kudde
C
koeien

Slide 6 - Quiz

Wat is goed?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 7 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin:
Een groep wielrenners viel/vielen vlak voor de finish.

Slide 8 - Open question

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een groep wielrenners
A
een
B
groep
C
wielrenners

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 10 - Quiz

Wat is goed?
A
Er stonden nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
B
Er stond nog drie pakken rijst in de voorraadkamer

Slide 11 - Quiz

Wat is goed?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 12 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een partij sportschoenen
A
een
B
partij
C
sportschoenen

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
A
Een partij sportschoenen spoelde aan op het strand
B
Een partij sportschoenen spoelden aan op het strand

Slide 14 - Quiz

Wat is goed?
A
Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk.
B
Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk.

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 18 - Open question

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de theorie op bladzijde 186 nog een keer 
Maak
1 t/m 5

Hoe
Online
Klaar?
Doe iets voor jezelf 

Slide 19 - Slide

Wat leer je vandaag? 
 onderwerp


Let op: dit is een 'openboektoets'. 
Dit betekent dat je de theorie van formuleren mag raadplegen. De theorie kun je vinden van blz. 183 t/m 189. 
Je krijgt een cijfer voor de toets maar dit komt niet in Magister en is dus puur voor jezelf. 
OEFENTOETS 

Slide 20 - Slide