6.5 Duurzaamheid

6.5 Duurzaamheid
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.5 Duurzaamheid

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Welke energiebronnen zijn geen fossiele brandstoffen?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
bio-ethanol
D
Steenkool

Slide 3 - Quiz

Wat is ecologie?
A
De omgeving en het milieu waar het organisme in leeft.
B
Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.
C
De relaties tussen organismen onderling.
D
Het is een soort voedsel voor een ander organisme.

Slide 4 - Quiz

Leerdoel
  • 9 Je kunt enkele duurzame oplossingen noemen voor milieuproblemen in Nederland.


Mensen gebruiken de aarde voor voedsel, grondstoffen en energie. Met z’n allen gebruiken we meer dan de aarde kan geven. Er zijn duurzame oplossingen.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Duurzaam
De voorraden grondstoffen en brandstoffen raken uitgeput. Mensen gebruiken ook steeds meer grond. Als we zo doorgaan, zijn de grondstoffen en brandstoffen uiteindelijk op. Ook is er dan geen grond meer vrij voor dieren en planten. Onze manier van leven is dus niet duurzaam. Duurzaam betekent dat het leven ook in de toekomst door kan gaan, zonder schade voor het milieu.


Slide 7 - Slide

Duurzaamheid
Bij duurzame oplossingen ontstaan geen milieuproblemen en raken grondstoffen en brandstoffen niet uitgeput.
Voorbeelden van duurzame oplossingen zijn:
• duurzame energie
• duurzame grondstoffen
• duurzame landbouw 

Slide 8 - Slide

Duurzame energie
Veroorzaakt geen milieuvervuiling en raakt niet op. Bijvoorbeeld:

  • Windmolens
  • Zonnepanelen
  • Waterkracht

Slide 9 - Slide

 Duurzame grondstoffen
Een manier om minder grondstoffen te gebruiken, is oude grondstoffen opnieuw gebruiken. Dat kan door hergebruik of door recycling.
Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, bijvoorbeeld statiegeldflessen en tweedehands kleding. Bij recycling wordt afval gebruikt als grondstof voor nieuwe producten, zoals afval van papier, glas, metalen en kleding. Ook auto’s en elektrische apparaten, zoals tv’s en computers, worden gerecycled.

Slide 10 - Slide

Naast duurzame grondstoffen kun je natuurlijk ook minder grondstoffen gebruiken. Want hoe minder nieuwe spullen mensen kopen, hoe minder grondstoffen er nodig zijn. Je kunt bijvoorbeeld:
• een apparaat laten repareren als het kapot is, in plaats van een nieuw apparaat te kopen;
• minder kleding kopen en vaker tweedehands kleding kopen;
• spullen langer gebruiken voor je ze weggooit of vervangt.

Slide 11 - Slide

 Duurzame landbouw
In de toekomst zal heel veel voedsel nodig zijn voor alle mensen op aarde. Daarom zijn manieren van landbouw nodig die wel veel voedsel opleveren, maar niet de aarde vervuilen of uitputten. Twee manieren zijn precisielandbouw en kringlooplandbouw.

Slide 12 - Slide



Gebruikt technologie om planten heel precies te geven wat ze nodig hebben, zoals voedingsstoffen, licht en water. Een boer gebruikt dan bijvoorbeeld gps, robots, sensoren, drones en computers. Zo zijn minder energie en grondstoffen nodig.
 


Hierbij gebruikt de boer grondstoffen steeds opnieuw. Een voorbeeld: mensen gooien veel voedsel weg. Dat voedsel kan de boer gebruiken als voer voor dieren. Bij kringloop-landbouw zijn boeren zuinig met grondstoffen. Ze zorgen ook voor zo min mogelijk vervuiling.
Precisielandbouw
Kringlooplandbouw

Slide 13 - Slide

Energie-labels
Koolstofdioxide is een belangrijk broeikasgas. Vooral ons gebruik van fossiele brandstoffen zorgt voor uitstoot van koolstofdioxide. Door minder fossiele brandstoffen te gebruiken, kunnen we de uitstoot terugdringen. Dit kan bijvoorbeeld door zuinige apparaten te gebruiken. Apparaten werken op elektriciteit, maar die elektriciteit wordt vaak opgewekt met fossiele brandstoffen. Door energielabels kun je zien hoe zuinig een huis, apparaat of auto is

Slide 14 - Slide

Wat kan jij doen?


• minder nieuwe kleding kopen, kleding langer dragen
• de verwarming een graadje lager zetten
• vaker de fiets nemen in plaats van de auto of de scooter
• reizen met de trein in plaats van met het vliegtuig
• korter douchen (scheelt water en gas of elektriciteit)
• letten op keurmerken op producten
• geen plastic tasjes en plastic verpakkingen gebruiken
• afval in een afvalbak gooien en niet op straat

Slide 15 - Slide

Aan het werk! Bio!
Wat? 6.6 Duurzaamheid- opdrachten 1 t/m 9.


Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 16 - Slide