8.2 Zenuwcellen en zenuwen

Hoofdstuk 9 Regeling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9 Regeling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen

Aan het werk

Slide 2 - Slide

Het verschil tussen zintuigen en prikkels. Sleepvraag 
Zintuigen
Prikkels
Lichtzintuig
Gehoor- zintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Warmtezintuig
Muziek luisteren
Appeltaart ruiken
Vuurwerk kijken
Een klap voelen
Snoep proeven

Slide 3 - Drag question

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
A
De hersenen
B
De hersenen en het ruggenmerg
C
De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen

Slide 4 - Quiz

In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
B
prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen

-Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
-Je kunt beschrijven wat een zenuw is.


Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 6 - Slide

Prikkels en impulsen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

8/9.2 zenuwen en zenuwcellen

Slide 9 - Slide

Waaruit bestaat een zenuwcel?
 1. Een cellichaam met celkern

 2. Uitlopers die impulsen naar het cellichaam toe geleiden

 3. Uitlopers die impulsen van het cellichaam af geleiden

Slide 10 - Slide

Verschil zenuwcel en zenuw
Zenuwcel = 1 cel met 1 cellichaam en uitlopers

Zenuw = bundel van uitlopers
  • Omringd door een laag bindweefsel (bescherming)
  • Rondom elke uitloper ook isolerend laagje (niet overspringen)



Slide 11 - Slide

Gevoelszenuw
Bewegingsszenuw
Aangesloten op zintuigcellen
Spel!

Slide 12 - Slide

Gemengde zenuwen
De meeste zenuwen zijn gemengde zenuwen
= de impulsen naast elkaar in twee verschillende richtingen
  • van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
  • van het centrale zenuwstelsel naar een spier of klier


Slide 13 - Slide

Samenvatting/aantekening
Zenuwcel: heeft een celkern en cellichaam met een of meer uitlopers. 

cellichaam: Deel van een zenuwcel waarin zich de kern bevindt.
uitloper: Deel van een zenuwcel voor het doorgeven van impulsen, met rondom een isolerend laagje.

Zenuw: bundel van uitlopers: vaak gemengd

Slide 14 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 124 t/m 129
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

Klaar?
Begrippen flitsen
Test jezelf 8.1 + 8.2









Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video