2H3 - Les 28 - STG

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

2H3 - 3 de junio, 2022 - STG

Programa

1. Los examenes
2. Quizlet
3. A trabajar
4. Los números 1-200
5. Bezittelijk voornaamwoord

Vrijdag 10 juni 

- voca 3.1 tm 3.3 (N-S) WB p.85

- aanvullende werkwoorden 1-24 (roze werkwoordenblad)

- regelmatige ww op -ar,-er,-ir

- llamarse (en andere wederkerende werkwoorden) kunnen vervoegen

- tener

- getallen 0 t/m 100

Toetsweek 24 juni t/m 1 juli

- voca 3.1 tm 3.3 (N-S)

- roze ww blad 1-24 (S-N)

- regelmatige ww op -ar,-er,-ir

- llamarse ( + extra wederk ww)

- tener

- hay/estar/ser (kiezen en vervoegen)

- gustar (+bevestiging/ontkenning, zinnetjes maken)

- bezittelijk voornaamwoord

- bijvoeglijk nw

- getallen t/m 100

Quizlet

Leren woordenlijst 3.1/ 3.2/ 3.3

A trabajar

Maken: ejercicios 7 y 8 página 46 --> TENER

Maken: ejercicios 12 y 13 página 48--> TENER QUE

AF? Maken als herhaling: ejercicios 9/10/11 página 47

38

26

67

94

15

85

Bezittelijk voornaamwoord

Welke Nederlandse bezittelijk voornaamwoorden kennen we? 

Bezittelijk voornaamwoord

Geeft aan dat iets van "mijn/jouw/haar/etc" is.

Oftewel, een bezittelijk voornaamwoord geeft een BEZIT aan.

vb. Zullen we met MIJN poppen gaan spelen of met JOUW bal?

Let op:

Tú - met accent = JIJ (pers vnw)

Tu - zonder accent = JOUW (bez vnw)

De regels

Het bez vnw past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord in het Spaans.

Staat het zelfstandig nw in het meervoud, dan zet je het bez vnw ook in het meervoud. 

mi clase - miS claseS             tu libro - tuS libroS       su padre - suS padreS

Bij de ONZE en JULLIE vorm, kan dit naast meervoud ook nog MANNELIJK of VROUWELIJK worden. Kijk maar:

NuestrOS abuelOS     -      onze opa's

NuestrAS abuelAS     -       onze oma's 

VuestrOS amigOS      -       Jullie vrienden

VuestrAS amigAS       -       Jullie vriendinnen

A trabajar

Opdrachten bij Ejercicio bezittelijk voornaamwoorden

página 50 + 51