V2 Stunde 4 K3 Sprechen Wortschatz und Ein-groep

Diese Stunde
Vorige Stunde - 20 Min
- Wörter D/F und Grammatik C gelernt - Test
- Filme beurteilt - Komplimente :)

Sprechen wiederholen - 15 Min

Grammatik - Ein-groep - 30 Min

Abschluss - 5 Min
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Diese Stunde
Vorige Stunde - 20 Min
- Wörter D/F und Grammatik C gelernt - Test
- Filme beurteilt - Komplimente :)

Sprechen wiederholen - 15 Min

Grammatik - Ein-groep - 30 Min

Abschluss - 5 Min

Slide 1 - Slide

De rekening
A
die Rechnung
B
der Rechnung
C
die Rechung
D
der Rechung

Slide 2 - Quiz

het bord
A
der Teller
B
die Teller
C
der Börd
D
die Börd

Slide 3 - Quiz

das Wasser
timer
0:20

Slide 4 - Open question

Gleichfalls!
timer
0:20

Slide 5 - Open question

misschien
timer
0:20

Slide 6 - Open question

omdat
timer
0:20

Slide 7 - Open question

de soep
timer
0:20

Slide 8 - Open question

het voorbeeld
timer
0:20

Slide 9 - Open question

Sprechen
Gespräch im Supermarkt/Laden (winkel)
Ich bin Verkäuferin - du bist Kunde/Kundin
Ich stelle Fragen und nenne ein Name - du beantwortest

Kurz vorbereiten:
Gebruik Plauderecke C - Seite 108 oder Online C/Naslag
Bereid je zinnen voor - vervang de vetgedrukte woorden door je eigen antwoorden!

Slide 10 - Slide

Grammatik
Ziel: je kunt de werkwoorden met stam op d/t/s op de juiste manier gebruiken

Im Buch Seite 
Online: E De ein-groep 

Gruppe A: arbeitet selbständig - Theorie lesen im Buch oder online - dann Aufgaben machen
Gruppe B: Erklärung (uitleg) von Frau Meester  - dann Aufgaben machen

Mache E14, 'instapoefening', E15 und E17 online
Danach: D13 - Lesen
20 Minuten!

Slide 11 - Slide

Hoe was het met der/die/das?
Weet je dit nog?
 
mannelijke woorden - der
vrouwelijke woorden - die
onzijdige woorden - das
meervoudswoorden - die
Beispiele: der Vater, die Mutter, das Kind, die Kinder

Slide 12 - Slide

Ein und eine
Een = ein of eine

Mannelijk = ein
Vrouwelijk = eine
Meervoud = keine 

Slide 13 - Slide

De ein-groep
Een groep woorden die net als 'ein' wel of niet een 'e' krijgen

Beispiel:
Mein Vater - meine Mutter - mein Kind - meine Kinder

Andere woorden die hierbij horen: 
dein/deine - sein/seine - ihr/ihre - unser/unsere - euer/eure - Ihr/ihre - ihr/ihre

Slide 14 - Slide

An die Arbeit!
Aufgaben online machen: 
E14
instapoefening
E15
E17
D13 - Lesen

Slide 15 - Slide

Abschluss
Dienstag 2. Februar
Machen: E14, instapoefening, E15 und E17
Lernen: Wörter G und Grammatik E

Dienstag 9. Februar
Prüfung K3!



Slide 16 - Slide