NU NL schrijven 2.5 & 2.6 herhaling brief

• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands 

Herhaling zakelijke brief 

NIEUW: informatief artikel & betoog 

Opdracht herhaling zakelijke brief

Jullie krijgen per persoon 11 post-its. 

11 voor het aantal stappen van de zakelijke brief. 

Hoe lang hebben jullie nodig om de juiste volgorde te bepalen & om ervoor te zorgen dat de volgorde bij iedereen klopt!? 

Lukt dit binnen de afgesproken tijd? --> verrassing! 

Nieuw: informatief artikel

Uitleg

In een informatief artikel geef je achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp. De tekst bevat alleen feiten, geen meningen. Denk bij het schrijven steeds aan je lezers: wat vinden zij interessant? Wat weten zij al? Zorg er ook voor dat lezers kunnen controleren waar de informatie vandaan komt.

De afgelopen periode heb je geleerd wat de juiste opbouw van een tekst is. Dit geldt ook voor een informatie artikel.

Wat is de juiste opbouw? (bestaat uit 3 delen)

Een artikel bestaat uit drie delen.

• inleiding: noem het onderwerp en probeer je lezers daarvoor te interesseren. Dat kan op verschillende manieren: – vertel de aanleiding voor het schrijven van het artikel– geef een voorbeeld van het onderwerp – vertel een leuk, kort verhaaltje over het onderwerp – stel een of meer vragen die je in het middenstuk gaat beantwoorden.
• middenstuk: schrijf over de verschillende deelonderwerpen.
• slot: geef een conclusie, advies of korte samenvatting van het belangrijkste uit je artikel.

Voorbeeld

Nieuw: Betoog

Met een betoog wil je de lezer overtuigen van jouw mening. 

• in de inleiding introduceer je het onderwerp en geef je je mening
• in het middenstuk onderbouw je je mening met argumenten. Deze argumenten ondersteun je vervolgens met uitleg of voorbeelden
• in het slot vat je de belangrijkste argumenten kort samen en herhaal je (in iets andere woorden) je mening

Signaalwoorden

Maak verbanden tussen zinnen en alinea’s duidelijk met signaalwoorden. In een betoog kun je bijvoorbeeld deze verbanden en signaalwoorden gebruiken. 

Reden of argument 

Toelichting of voorbeeld

Slot

daarom, omdat, want, dat blijkt uit, namelijk

bijvoorbeeld, zo, zoals, neem nou

dus, concluderend, kortom, al met al

Voorbeeld

Aan de slag:

Kies 1 opdracht:

Examenopdracht 2.5

OF

Examenopdracht 2.6 

De opdracht die je niet kiest wordt huiswerk.

Klaar? 

Check je tekst met het beoordelingsformulier.

Klaar? 

Lever de opdracht in bij mij. 

Ga verder met de volgende opdracht.