1BK 4.5 woorden

1 basis woorden 4.5 les 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1 basis woorden 4.5 les 2

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je kent de woorden van woorden 2 
Herhaling van de woorden
Je weet wat synoniemen, samenstellingen en tegenstellingen zijn
Je weet wat je kunt doen om de betekenis van een woord in een tekst te vinden

Slide 2 - Slide

horizontaal
het obstakel
de opluchting
de vallei
ondersteboven
van links naar rechts
de hindernis
niet meer bezorgd zijn
op z'n kop
laag gebied, dal

Slide 3 - Drag question

het silhouet
inschrijven
roerloos
gedempt
in elkaar krimpen
zonder te bewegen
schriftelijk aanmelden
de omtrek van iets
kleiner worden
met zachter geluid

Slide 4 - Drag question

de duursport
aangepast
achterstevoren
bedwingen
de beperking
geschikt gemaakt
   omgekeerd
onder controle houden
iets is niet meer mogelijk
minstens half uur inspanning, zonder pauze

Slide 5 - Drag question

Samenstellingen, synoniemen en tegenstellingen

Slide 6 - Slide

Een samenstelling
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of meer andere woorden

Slide 7 - Slide

Bedenk zelf een samenstelling met de woorden school en tas

Slide 8 - Open question

Een synoniem
Is een ander woord met dezelfde betekenis

Bladzijde
Pagina

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is volgens jou het woord het vorige plaatje?

Slide 11 - Open question

Tegenstelling
Twee woorden betekenen het tegenovergestelde

Slide 12 - Slide

Bedenk zelf een tegenstelling

Slide 13 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 9, 10, 11, 12,13, 14, 15 en 16  (blz. 40t/m42)
Ben je klaar? Oefen dan alle woorden met de woordtrainer op Magister of met Studygo..


Slide 14 - Slide

Hoe ging het werken?

Slide 15 - Open question

Woordbetekenis vinden in de tekst
Lees je in een tekst een woord dat je niet kent?
Lees dan eerst verder. Een schrijver legt een moeilijk woord vaak uit met een voorbeeld in de tekst. Je herkent dat aan het woordje bijvoorbeeld of zoals.

Kijk maar:
Bij een intervalsport wissel je de mate van inspanning af, bijvoorbeeld bij voetbal. Het ene moment moet de speler rustig lopen, dan weer moet hij een sprintje trekken.

Vind je geen voorbeeld in de tekst? Zoek dan de betekenis van het woord op in een woordenboek. Of vraag aan iemand wat het betekent.

Slide 16 - Slide

Wat doe je als je een woord in een tekst niet begrijpt?

Slide 17 - Open question

Wat heb JIJ vandaag gedaan om van deze les een goed les te maken?

Slide 18 - Open question

Doelen van deze les
Je kent de woorden van woorden 2 al
Je kunt daardoor goed oefenen met deze woorden
Je weet wat synoniemen, samenstellingen en tegenstellingen zijn
Je weet wat je kunt doen om de betekenis van een woord in een tekst te vinden
Al jouw vragen zijn gesteld én beantwoord

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

turen
uiterlijk
vastberaden
het uithoudingsvermogen
ervan uitgaan
aannemen
zonder te aarzelen
de buitenkant, niet later dan
aandachtig naar iets kijken
hoelang je iets kunt volhouden

Slide 22 - Drag question