Week 43

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Week 43

                                        Hoy es martes, el 22 de octubre.

¡Hola!

Wat hebben we de laatste les gedaan?

Bespreek het met je klasgenoot/klasgenote

En la clase de hoy:

• 15min vocabulaire in quizlet (blz. 52-53)
• werkwoorden: ser & tener herhaling
• Begin maken aan de praktische opdracht
• Huiswerk voor morgen bespreken

Het werkwoord SER

Wat betekent ser ?

Hoe vervoeg je ser ?

Wanneer/hoe kun je ser gebruiken?

Ser

wat/wie	Soy Maria / Mi padre es profesor
hoe/karakter (permanente eigenschappen)	Juan ES inteligente y alto

Ser

Ser = zijn

Ser: Zijn

Ser: Zijn

yo

tú

él, ella, usted

 nosotros

vosotros

ellos, ustedes

soy

 eres

 es

 somos

sois

son

¡Hola! yo __________ Francis. 

Juan vive en España.
Él ___________ español. 

Ana y Carlos _______________ amigos. 

¿De dónde ___________ tú?

Nosotros _____ de Barcelona.

soy

es

son

eres

somos

Het werkwoord TENER

1. Wat betekent tener?
2. Hoe vervoeg je tener?
3. Wanneer/hoe kun je tener gebruiken?

Tener

Tener = hebben

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/ellas/ustedes

Tengo

Tienes

Tiene

Tenemos

Tenéis

Tienen

Tener:hebben

Tener: hebben

Yo

Él, ella, usted

Tú

 Nosotros

Vosotros

Ellos, ellas, ustedes

Tengo

Tienes

Tiene

Tenemos

Tenéis

Tienen

Coge tú reader!

Pak blz 4 voor je uit je reader en lees mee.....

• Praktische Opdracht
• Tekst maak je in de les! (geen chatgt, google translate, etc..)
• Gebruik je creativiteit en knutselskills (voorbeelden hangen in Spaans lokaal)
• Telt 2x mee!

Deberes en tú reader!:

Vamos a hacer  (We gaan maken/doen):

• Ser: ejercicios 17 t/m20 (página 21-22)
• tener: ejercios 24 t/m 27 (página 27-28)

                                        Hoy es miércoles, el 23 de octubre.

¡Hola!

Wat hebben we de laatste les gedaan?

Bespreek het met je klasgenoot/klasgenote

En la clase de hoy:

• Huiswerk nakijken/bespreken
• Praktische opdracht maken 
• Huiswerk voor herfstvakantie bespreken