This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Weerlegging argumenten
Slide 1 - Slide
Doelen deze les:
- je weet wat een weerlegging is
- je weet waarom een weerlegging belangrijk is
- je kunt zelf een weerlegging voor een argument bedenken
Slide 2 - Slide
Ik weet wat een weerlegging is
ja
nee
Slide 3 - Poll
Weerlegging van een argument
- Doel: argument van de ander afzwakken
-Jouw argument sterker laten lijken
Slide 4 - Slide
Voorbeeld 1
Slide 5 - Slide
Standpunt: Scholen moeten meer aandacht besteden aan een gezonde leefstijl.
Tegenargument: extra kosten voor school/overheid.
Weerlegging: dat kan kloppen, maar het betekent ook meer werkgelegenheid voor sportleraren.
Bovendien zorgt dit probleem, op de lange termijn, voor kostenverlaging. Als op alle scholen aandacht wordt besteed aan gezond eten, zullen er in de toekomst minder mensen met overgewicht zijn, minder gezondheidsklachten door overgewicht waardoor de zorgkosten verlagen.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld 2
Slide 7 - Slide
Stelling: het is fijn dat de aarde opwarmt
Argument voor: want dan kunnen we in ons eigen land veel zonnen.
Tegenargument: maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter
Weerlegging: Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand
Slide 8 - Slide
Bedenk een weerlegging voor het volgende argument: Als je geen vlees eet, krijg je te weinig vitamines en mineralen binnen.
Slide 9 - Open question
Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, (aan de ene kant …) aan de andere kant.