What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
6.4 Lectuur: ὁ τοῦ Φιλίππου φόνος
Philippos is een vrouwenzot.
A
WAAR
B
NIET WAAR
1 / 22
next
Slide 1:
Quiz
Grieks
Secundair onderwijs
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Philippos is een vrouwenzot.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 1 - Quiz
Ἤδη (R2) is een
A
aanwijzend vn.
B
bijw.
C
voegw.
D
partikel
Slide 2 - Quiz
αὐτοῦ (R2) is een
A
aanwijzend vn.
B
bezittelijk vn.
C
persoonlijk vn.
Slide 3 - Quiz
Αὕτη (R3) is hier ... gebruikt
A
bijvoeglijk
B
zelfstandig
Slide 4 - Quiz
Αὕτη (R3) vertalen we dus als een
A
aanw. vn.
B
bezit. vn.
C
pers. vn.
Slide 5 - Quiz
ἡμέρᾳ (R 4) staat in de dat. omdat het gebruikt is in een woordgroep met als functie (+ eventueel rol) ...
Slide 6 - Open question
θέατρον (R 5) staat in de acc. omdat het gebruikt is in een woordgroep met als functie (+ eventueel rol) ...
Slide 7 - Open question
Οὗτοι (R7) is hier ... gebruikt
A
bijvoeglijk
B
zelfstandig
Slide 8 - Quiz
Οὗτοι (R7) vertalen we dus als een
A
aanw. vn.
B
bezit. vn.
C
pers. vn.
Slide 9 - Quiz
Waarom zijn er in het theater van Pella, de Macedonische hoofdstad, ook Atheners aanwezig?
Slide 10 - Open question
Alle vrienden van Philippos zijn uitermate betrouwbaar en loyaal aan hem.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Noteer naamval-geslacht-getal van het aanw. vn. ταῦτα (R10)
Slide 12 - Open question
Μετὰ δὲ ταῦτα (R10) is een acc. BWB met als rol:
A
richting
B
tijd
C
reden
D
plaats
Slide 13 - Quiz
βούλεται (R10) is een deponent ww.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Noteer naamval-functie-(rol) van τῶν ἄλλων στρατιωτῶν (R11)
Slide 15 - Open question
ἀλλ' ὑπὸ τῶν ἄλλων στρατιωτῶν λαμβάνεται
καὶ αὐτίκα ἀποκτείνεται. (R11-12): wat is er verdacht aan hoe het afloopt met de dader?
Slide 16 - Open question
Noteer naamval-geslacht-getal van het aanw. vn. τοῦτο (R13)
Slide 17 - Open question
Noteer naamval-functie-(rol) van
τῷ Ἀλεξάνδρῷ (R15)
Slide 18 - Open question
ὅτι (R16) vertalen we hier met:
A
dat
B
omdat
Slide 19 - Quiz
het adj. προτέρα (R17) is hier:
A
nom. v. enk.
B
nom. o. mv.
C
acc. o. mv.
Slide 20 - Quiz
Noteer naamval-functie-(rol) van
τοῦ φόνου (R18)
Slide 21 - Open question
Noteer naamval-functie-(rol) van
αἰτία (R18)
Slide 22 - Open question
More lessons like this
Mediawijs
October 2025
-
18 slides
W.O.
Lager onderwijs
Kommagetallen les 82/83
February 2024
-
8 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Mediawijsheid - Schaal van M
October 2025
-
14 slides
Mediawijsheid
Lager onderwijs
EDUbox Energie: Een uitdaging voor jou en de wereld
December 2023
-
65 slides
Secundair onderwijs
EDUbox
EDUbox Politiek: Jouw stem in ons politiek systeem
October 2023
-
79 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
Les 1 VRT Mobiliteit
March 2023
-
53 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
Kinderrechten 2024
November 2024
-
20 slides
W.O.
Lager onderwijs
T6L7: Restaurantrecensies
March 2025
-
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs