4.1 Van alles verzekerd? Herh oefenopgaven

In deze quiz herhaal je
  1. Wat een verzekering is.
  2. Waarom je een verzekering moet nemen.
  3. Wat een eigen risico is en welke invloed dat heeft op je premie.
  4. Wat een premie, polis en polisvoorwaarden zijn.
  5. Het verschil tussen een verzekeraar en een verzekerde.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

In deze quiz herhaal je
  1. Wat een verzekering is.
  2. Waarom je een verzekering moet nemen.
  3. Wat een eigen risico is en welke invloed dat heeft op je premie.
  4. Wat een premie, polis en polisvoorwaarden zijn.
  5. Het verschil tussen een verzekeraar en een verzekerde.

Slide 1 - Slide

Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Kies het beste antwoord:
Hierin staan de rechten en plichten van de verzekeraar en verzekerde.
A
eigen risico
B
polisvoorwaarden
C
polis
D
premie

Slide 3 - Quiz

Wat zijn poliskosten?
A
Kosten van de overheid
B
Kosten om de polis te maken en te versturen.
C
Kosten die de verzekeraar betaald
D
Kosten die de verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 4 - Quiz

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 5 - Quiz

Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekeringsmaatschappij
C
verzekerde

Slide 6 - Quiz

Een onzeker voorval is een gebeurtenis waarvan jij weet dat die zal plaatsvinden
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Verzekeraar
Verzekerde
Je wilt een onzeker voorval verzekeren.
Organisatie die het financiële onzekere voorval van jou overneemt

Slide 8 - Drag question

Waarom betaal je minder premie bij een hoger eigen risico?

Slide 9 - Open question

Premie
Poliskosten
Eigen risico
Dekking
Dit geeft aan waarvoor je bent verzekerd en voor welk bedrag.
Het bedrag dat de verzekerde betaalt aan de verzekeraar.
Kosten voor het maken en het opsturen van de polis.
Het deel van de schade dat niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed. Dit deel moet de verzekerde zelf betalen.

Slide 10 - Drag question

Is de volgende stelling juist of onjuist?
Poliskosten betaal je jaarlijks.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat zijn vormen van materiële schade? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
scooter
B
verdriet
C
na een ongeval
D
iPhone

Slide 12 - Quiz