What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 4 Cellen, weefsels en organen
Cellen, weefsel en organen
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Cellen, weefsel en organen
Slide 1 - Slide
Vorige les
Infectieleer
Verslag
Huiswerk
Slide 2 - Slide
Deze les
Theorie
Foto en filmpje
Vragen
Tijd voor zelfstudie
Slide 3 - Slide
Doelen
De student heeft kennis en inzicht van cellen, weefsels en organen en kan hiermee de zelftoets met een voldoende afronden
Slide 4 - Slide
Anatomie en fysiologie
Anatomie (ontleedkunde);
De wetenschap die zich bezighoudt met de vorm en bouw van het menselijk lichaam.
Fysiologie;
De wetenschap die het functioneren van levende organismen bestudeert.
Slide 5 - Slide
Cellen, weefsels en organen
Slide 6 - Slide
Het menselijk lichaam
Het lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
Huid
Skelet
Spieren
Zenuwen
Hormonen
Hart en bloedvaten
Lymfe
Ademhaling
Vertering
Urine
Voortplanting
Slide 7 - Slide
Cellen
Een spiercel heeft een andere functie dan een zenuwcel.
Cellen zijn daarom gespecialiseerd in een bepaalde functie.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Cellen
Cellen hebben een celmembraam
Cytoplasma bevat celorganellen.
Celorganellen;
- Mitochondrion
- Lysosomen
- Celkern
Slide 10 - Slide
Celmembraam
Slide 11 - Slide
De celkern
Elke lichaamscel bevat een celkern behalve rode bloedlichaampjes.
Slide 12 - Slide
Homeostase
Homeostase is evenwicht in het organisme.
Wanneer homeostase faalt dan kunnen er symptomen optreden, falen van regulering, slecht functionerende orgaanstelsels.
Slide 13 - Slide
Intracellulaire en extracellulaire vloeistof
Slide 14 - Slide
Diffusie en osmose
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Celdeling- meiose
Slide 17 - Slide
Van cel naar weefsel
Cellen verschillen van elkaar;
Cellen met dezelfde vorm, werking vormen lichaamsweefsel
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Soorten weefsels
Slide 20 - Slide
Organen
Organen bestaan uit weefsel wat specifiek is voor dat orgaan.
Een hart bestaat b.v. uit zenuwweefsel en uit spierweefsel
Slide 21 - Slide
Wat hebben we besproken?
Het begint allemaal bij een eicel en zaadcel tijdens de bevruchting.
Vanuit daar worden cellen specifiek en krijgen een speciale functie.
Hiermee worden weefsels gevormd en uiteindelijk organen.
Het lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels.
Slide 22 - Slide
Voor nu
Lezen in Thiememeulenhoff
Boek anatomie, fysiologie n3
ANF 2 Cellen, weefsels en organen
Maken
Zelftoets cellen, weefsels en organen
Slide 23 - Slide
More lessons like this
AF week 1: Cellen, weefsels en organen
September 2024
- Lesson with
16 slides
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1
Oriëntatie op anatomie en fysiologie
February 2023
- Lesson with
20 slides
Anatomie
MBO
Studiejaar 2,3
00 Inleiding anatomie en fysiologie
May 2024
- Lesson with
44 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Kennismaken, oriëntatie AZK, cellen/weefsels niv 2
November 2024
- Lesson with
27 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Inleiding over de anatomie
July 2023
- Lesson with
22 slides
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1
Anatomie en Fysiologie: Het Fundament van de Gezondheidszorg
March 2023
- Lesson with
24 slides
BG1 les 1
November 2024
- Lesson with
14 slides
BG1 les 1
November 2024
- Lesson with
14 slides