Loopbaan-en uitstroomondersteuning

Prestatiemanagement
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
Loopbaan-en uitstroomondersteuningHoger onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Prestatiemanagement

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Je bent architect van je eigen loopbaan

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe woorden

Slide 4 - Mind map

1.6 Artikels lezen

Opdracht 1: noteer alle nieuwe woorden (uitleg kunnen geven)

Opdracht 2: Geef de verschillende vormen van Flexibel werken die je vond in de artikels


Flexibel werken

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Hybride werken?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Loon

Slide 7 - Mind map

1.7 Functiewaardering & beloning

Vraag: wat is voor jou belangrijk op vlak van verloning?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat ongeveer je brutomaandloon zal zijn als je na je studies start als hr-assistant (in West-Vlaanderen)?

A
€ 2200
B
€ 2500
C
€2700
D
€3000

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In welke regio krijg je het hoogste loon?
A
West-Vlaanderen
B
Oost-Vlaanderen
C
Brussel
D
Brugge

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Naast het beroep beïnvloedt ook de sector waar iemand werkt de omvang van het loon. Wil je veel verdienen dan werk je best in volgende sector.

A
Petrochemische nijverheid
B
Textielindustrie
C
Houtindustrie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een collega verdient bruto evenveel maar verdient netto meer:

A
Klopt, want mijn collega heeft meer kinderen ten laste.
B
Klopt, want mijn baas benadeelt me.
C
Klopt niet, want wanneer ons brutoloon evenveel is zal ons nettoloon ook gelijk zijn.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke factoren zou jij in rekening nemen om “de zwaarte” van een functie te bepalen?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Vrijwillig verloop is het hoogst bij
A
werknemers tot 25 jaar
B
werknemers tussen 25 en 29 jaar
C
werknemers tussen 30 en 34 jaar
D
werknemers tussen 50 en 54 jaar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Geef de 3 vormen van verloop

Slide 15 - Mind map

2.1 Personeelsverloop
Ontslagprocedure

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions