V3 H3 energie 3.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Energie

Energietransitie en verwarmen

Vandaag

1) Energietransitie 

2) Zelf aan de slag met opgaven paragraaf 1

3) Bespreken moeilijk opgaven (start 12:20)

4) Verwarmen (paragraaf 2)

Van welke energiebron gebruiken we in Nederland de meeste energie?

1. Wind
2. Fossiele brandstoffen
3. Zon
4. Aardwarmte

warmtepomp uitleggen

Cijfers Nederlandse productie energiebronnen, 2017 (TU Delft)

Warmtepomp

Boren naar grondwater

Warmtewisselaar

Kost elektriciteit!

Energietransitie

Energietransitie

Nieuw energiesysteem met 4 kenmerken:

- Duurzame energiebronnen

- Efficiënt energiemanagement

- Lokale productie van energie

- Grootschalige energieopslag > waarom?

Zelf maken: vraag 1,2, 5 en 7 van H3.1 in werkboek
Geef in de poll aan welke vraag je moeilijk vindt:

1

2

5

7

    Verwarmen

Warmtebronnen
(apparaten)

Energiestroomdiagram

Hoe ziet het diagram van een lamp eruit?

kwaliteit verandert wel

Stelling: water koken in een waterkoker kost minder energie dan water koken in een pan.

1. Waar
2. Niet waar

Stel, je hebt een thermoskan gevuld met water. Je hangt er een warmte element in van 12 W. Teken de grafiek van de Temperatuurstijging over de tijd.

Dus: voor elke graad temperatuurstijging is evenveel warmte nodig!

Soortelijke warmte

Hoeveelheid warmte die nodig is om 1 g van een stof 1 graden Celsius (of Kelvin) in temperatuur te laten stijgen

cwater = 4,2 J/(g oC)

rekenen met soortelijke warmte

Warmte (J) = soortelijk warmte (J/(g °C)) x masa (g) x temperatuurstijging (°C)

Q = c m ΔT

Een mini boiler verwarmt 1,5 L water van 20 naar 100 graden Celsius. De soortelijke warmte van water is 4,2 J/(g °C). Hoeveel elektrische energie is nodig?

1. 504 J
2. 504 kJ
3. 5,04 J
4. 0,504 MJ

Aan de slag met opgaven paragraaf 2

1, 2, 3, 5, 6