Schattend rekenen

schattende rekenen. Geld
Onderdeel: Geld
Je leert:
  • Schattend rekenen
  • Vlot met geld rekenen
  • Prijzen vergelijken
  • Afrekenen en wisselgeld bepalen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

schattende rekenen. Geld
Onderdeel: Geld
Je leert:
  • Schattend rekenen
  • Vlot met geld rekenen
  • Prijzen vergelijken
  • Afrekenen en wisselgeld bepalen

Slide 1 - Slide

Leerdoel:

- Na deze les kan je laten zien hoe je geldbedragen kan schatten.

Slide 2 - Slide

Als je schattend rekent, dan reken je niet precies.
Je rekent iets ongeveer uit.
Hoe?
Bij schattend rekenen rond je bedragen af.
Voor dat afronden zijn er afspraken gemaakt.

De cijfers 1, 2, 3, 4 worden naar beneden afgerond.

Slide 3 - Slide

Rond het getal af
33
A
32
B
32
C
30
D
31

Slide 4 - Quiz

rond het getal af
44
A
45
B
43
C
40

Slide 5 - Quiz

rond het getal af
81
A
80
B
82
C
50

Slide 6 - Quiz

Als je schattend rekent, dan reken je niet precies.
Je rekent iets ongeveer uit.
Hoe?
Bij schattend rekenen rond je bedragen af.
Voor dat afronden zijn er afspraken gemaakt.

De cijfers 5, 6, 7, 8, 9  worden naar boven afgerond.

Slide 7 - Slide

rond het getal af
36
A
37
B
38
C
39
D
40

Slide 8 - Quiz

rond het getal af
88
A
85
B
89
C
90
D
100

Slide 9 - Quiz

rond het getal af
123.456
A
123.460
B
123.455
C
123.457
D
123.500

Slide 10 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen?
1.  Klassikale instructie
2. Geldbedragen afronden.
3. Oefenen met een quiz.
4. zelfstandig verwerken met werkbladen 

Slide 11 - Slide

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 12 - Slide

Waarom is het belangrijk dat je
geldbedragen kunt schatten?

Slide 13 - Mind map

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 14 - Slide

 Afronden van geldbedragen
Als je in de winkel spullen gaat kopen: Dan weet je ongeveer hoeveel je moet betalen.

 Als je wilt weten wat iets ongeveer kost, dan moet je de
geldbedragen afronden. 

Je krijgt een voorbeeld van afronden met rekenen, zodat je ongeveer kan berekenen wat je moet betalen.

Slide 15 - Slide

timer
3:00

Slide 16 - Slide

Rond de prijzen af naar makkelijke bedragen:
 

Prijzen afronden is gemakkelijker rekenen en sneller.


klein bedrag? afronden naar hele of halve euro's mag.


  • De tros druiven van €5,98 wordt afgerond naar €6,00.
  • De meloen van €2,47 wordt afgerond naar €2,50.
  • De bloemen van €4,03 worden afgerond naar €4,00.


Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.

Slide 17 - Slide

Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op.
 De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op:
 

De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50



Slide 18 - Slide

€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-

Slide 19 - Quiz

€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 3,80

Slide 20 - Quiz

Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-

Slide 21 - Quiz

€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-

Slide 22 - Quiz

Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Je koopt vijf broodjes van €4,45 per stuk. Je hebt €20,00 bij je. Is dat genoeg?
A
Ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide