Als er naast de persoonsvorm meerdere werkwoorden in de zin staan, dan heb je ook te maken met hulpwerkwoorden. Ze helpen om het gezegde te maken. Dit zijn werkwoorden als 'hebben, zijn, kunnen, mogen, zullen enz.'
Deze werkwoorden geven minder informatie dan het zww.
Voorbeeld: Je zou mij kunnen helpen.