vendredi, le 13 avril

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

Slide 2 - Slide

objectifs
  • Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
  • Ik kan de woorden 'in'  en 'naar' bij landen en steden op de juiste manier gebruiken.


Slide 3 - Slide

parler
Réponds aux questions en phrases complètes.

Slide 4 - Slide

à / au / en / aux

Slide 5 - Slide

Nous allons ..... Angleterre
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 6 - Quiz

Je suis allée .... Londres.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 7 - Quiz

Mon cousin est américain.
Il habite .... États-Unis.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 8 - Quiz

Au mois de mai, nous allons .... Danemark.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 9 - Quiz

objectifs
  • Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
  • Ik kan de woorden 'in'  en 'naar' bij landen en steden op de juiste manier gebruiken.


Slide 10 - Slide

journal du collège

Slide 11 - Slide