Herhaling gerondif et Le corps humain

Herhaling
objectif d'apprentissage: gerondif kunnen uitleggen
lichaamsdelen herhalen en ziektebeelden
kloktijden herhalen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling
objectif d'apprentissage: gerondif kunnen uitleggen
lichaamsdelen herhalen en ziektebeelden
kloktijden herhalen

Slide 1 - Slide

Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is tijd
D
Het is 12 uur 's nachts

Slide 2 - Quiz

Il est huit heures et quart
A
Het is 8 uur
B
Het is half 8
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8

Slide 3 - Quiz

Il est cinq heures et demie
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6

Slide 4 - Quiz

Il est trois heures moins le quart
A
Het is half 3
B
Het is kwart voor drie
C
Het is kwart over 3
D
Het is half 4

Slide 5 - Quiz

Il est minuit moins vingt.
A
12:20
B
11:40
C
23:40
D
00:20

Slide 6 - Quiz

Le participe présent is in het Nederlands...
A
het voltooid deelwoord
B
het tegenwoordig deelwoord
C
de tegenwoordige tijd
D
de voltooide tijd

Slide 7 - Quiz

Een vorm van le participe présent/tegenwoordig deelwoord is ...
A
danse
B
dansons
C
dansé
D
dansant

Slide 8 - Quiz

De gérondif maak je door...
A
-ant achter het hele werkwoord te plaatsen
B
-ant achter de nous-vorm uit de présent te zetten
C
en + tegenwoordig deelwoord
D
en + voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

De gérondif kom je tegen bij: 
Vrai
Pas vrai
- Gelijktijdigheid
- Een voorwaarde
- Een onzekerheid
- Een gevoel
- Een manier

Slide 10 - Drag question

De gérondif van regarder is ...

Slide 11 - Open question

De gérondif van faire is ...

Slide 12 - Open question

De gérondif van aller is ...

Slide 13 - Open question

De gérondif van lire is ...

Slide 14 - Open question

la gorge
A
de knie
B
de hoofd
C
het oor
D
de keel

Slide 15 - Quiz

le ventre
A
de buik
B
de knie
C
het hart
D
de hand

Slide 16 - Quiz

les doigts
A
de tenen
B
de vingers
C
de oren
D
de wangen

Slide 17 - Quiz


A
Le nez
B
Les joues
C
Les jambes
D
Les oreilles

Slide 18 - Quiz


A
Les fesses
B
Les cheveux
C
Les oreilles
D
Les jambes

Slide 19 - Quiz


timer
0:15
A
la main
B
la bouche
C
le pied
D
le nez

Slide 20 - Quiz


A
la jambe
B
la tête
C
le bras
D
le genou

Slide 21 - Quiz


timer
0:15
A
la main
B
le ventre
C
le pied
D
la bouche

Slide 22 - Quiz


A
la jambe
B
la tête
C
le bras
D
le genou

Slide 23 - Quiz


A
Le bras
B
La cheville
C
La jambe
D
Le cou

Slide 24 - Quiz

het oog
A
l' oueil
B
l'oeil
C
les yeux
D
l'ouil

Slide 25 - Quiz

De wangen
A
Les bras
B
Les jambes
C
Les joues
D
Les oreilles

Slide 26 - Quiz


A
Le pied
B
Le coeur
C
Le bras
D
Le genou

Slide 27 - Quiz

l'épaule
A
de maag
B
de buik
C
de schouder
D
de arm

Slide 28 - Quiz

le dos
A
de rug
B
het been
C
de buik
D
de voet

Slide 29 - Quiz