quiz bloemen en bestuiving

Hieronder zie je voorbeelden van verschillende zaden. Sleep de zaden naar de juiste manier van verspreiden.
Verspreiding door dieren
Verspreiding door de wind
Verspreiding door de plant zelf
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hieronder zie je voorbeelden van verschillende zaden. Sleep de zaden naar de juiste manier van verspreiden.
Verspreiding door dieren
Verspreiding door de wind
Verspreiding door de plant zelf

Slide 1 - Drag question

9.
Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 2 - Drag question

Wat is bevruchting?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 3 - Quiz

Kroonblad
Bloemsteel
Stamper
Meeldraad
Kelkblad

Slide 4 - Drag question

eenslachtige bloem (mannelijk)



eenslachtelijke bloem (vrouwelijk)



tweeslachtige bloem

Slide 5 - Drag question

Hoe heet deze manier van voorplanten?

Slide 6 - Open question

Waaruit ontstaat het vruchtvlees (meestal)?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 7 - Quiz

Bij het stekken van planten heeft de stek 50% DNA van de moeder-
en 50% DNA van de vader-plant
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De bloem hiernaast heeft alleen de onrijpe meeldraden (geslachtsorganen). Welk antwoord past bij deze bloem?
A
Tweeslachtig (mannelijk en vrouwelijk)
B
Ongeslachtelijk
C
Eenslachtig mannelijk
D
Eenslachtig vrouwelijk

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van ontwikkeling bij de groei van een plant?
A
vrucht-zaad-groei-bloei-ontkiemen
B
zaad-groei-ontkiemen-bloei-vrucht
C
zaad-ontkiemen-groei-bloei-vrucht
D
ontkiemen-zaad-groei-vrucht-bloei

Slide 10 - Quiz

Van bloem tot vrucht

1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 11 - Quiz

Hoe heet het mannelijke gedeelte van de bloem
A
Stempel
B
Stamper
C
Meeldraad
D
Helmhokje

Slide 12 - Quiz

Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem

Slide 13 - Quiz

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 14 - Quiz

kijk naar de bloem, wat is waar
wind
insecten

Bestuiving door
Verspreiding van zaden door

Slide 15 - Drag question

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 16 - Drag question

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 17 - Quiz

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 18 - Quiz

nummer 3 is:
A
zelfbestuiving
B
kruisbestuiving
C
geen bestuiving

Slide 19 - Quiz

nummer 7 is:
A
zelfbestuiving
B
kruisbestuiving
C
geen bestuiving

Slide 20 - Quiz

Deze lelie is
A
tweeslachtelijk
B
eenslachtelijk (mannelijk)
C
eenslachtelijk (vrouwelijk)

Slide 21 - Quiz

Dieren kunnen zaden verspreiden 
doordat er aan zaden 
haakjes zitten
doordat de dieren de zaden niet meer kunnen vinden
doordat de dieren bessen eten en deze niet verteren maar uitscheiden

Slide 22 - Drag question

Dieren kunnen zaden verspreiden 
doordat er aan zaden 
haakjes zitten
doordat de dieren de zaden niet meer kunnen vinden
doordat de dieren bessen eten en deze niet verteren maar uitscheiden

Slide 23 - Drag question