Bouwsteen 6, 7 en 8 (schrijven)

Bouwsteen 6: informatie en meningen (schrijven)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bouwsteen 6: informatie en meningen (schrijven)

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je maakt je tekst levendiger en duidelijker door figuurlijk      taalgebruik;
  • Je presenteert duidelijk feiten en meningen. 

Slide 2 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
Met figuurlijk taalgebruik probeer je een beeld op te roepen. Je wil een tekst hiermee levendiger en/of duidelijker maken.

Bijvoorbeeld:

Slide 3 - Slide

Waar wordt geen gebruik gemaakt van figuurlijk taalgebruik?
A
Hij kookt van woede.
B
Hij is héél boos.
C
Het stoom komt uit zijn oren.
D
Hij springt uit zijn vel.

Slide 4 - Quiz

Feiten en/of mening?
Beantwoord de volgende vragen:

Slide 5 - Slide

In een informatieve tekst maak ik gebruik van:
A
feiten
B
meningen
C
feiten en meningen

Slide 6 - Quiz

Bij een instructie maak je gebruik van:
A
feiten
B
meningen
C
feiten en meningen

Slide 7 - Quiz

Bij een betoog maak je gebruik van:
A
feiten
B
meningen
C
feiten en meningen

Slide 8 - Quiz

Bouwsteen 7: evalueren (schrijven)

Lesdoel:
  • je beoordeelt en verbetert je eigen tekst.

Betrouwbaarheid en samenhang spelen hierbij een belangrijke rol!

Slide 9 - Slide

Bouwsteen 8: samenvatten (schrijven)

Lesdoel:
  • je vat eenvoudige teksten samen;
  • je legt uit waarom een wel/niet goed is.

Lees de instructie over "samenvatten" bij bouwsteen 8 (voor de eerste opgave) goed door.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten bij bouwsteen 6, 7 en 8.

Slide 11 - Slide