4 Boeren. heren en monniken - 1 leven op het platteland

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
1 - leven op het platteland
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
1 - leven op het platteland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een agrarische economie
Rond 500 was het West-Romeinse Rijk uiteengevallen in enkele aparte koninkrijken. Dat was een grote verandering op politiek-bestuurlijk gebied. Maar er veranderde nog meer in West-Europa:

We laten daarom rond 500 een nieuwe periode beginnen: de middeleeuwen (500-1500)

Deze periode van wel 1000 jaar delen we ook weer op in twee tijdvakken: Monniken en ridders (500-1000) en Steden en staten (1000-1500).

In dit hoofdstuk houden we ons bezig met de tijd van de monniken en ridders.
Boeren oogsten graan en plukken druiven. (Afbeelding uit een Spaans boek uit ca. 970.)

Slide 8 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een agrarische economie
De belangrijkste verandering rond 500 was economisch.

In het Romeinse Rijk leefden en werkten de meeste mensen op het platteland, maar ook in de steden.

Rond 500 verdween dat stedelijke leven vrijwel geheel. Er ontstond een agrarische samenleving. Bijna iedereen werkte als boer.

De oorzaak van deze economische verandering was het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk.
Boeren oogsten graan en plukken druiven. (Afbeelding uit een Spaans boek uit ca. 970.)

Slide 9 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een agrarische economie
Het verdwijnen van het Romeinse Rijk had een aantal gevolgen:

  • Meer oorlog door een gebrek aan eenheid
  • handeldrijven werd moeilijker (onveilig)
  • door het stilvallen van de handel was het moeilijker de steden te bevoorraden (graan)
  • Daardoor kwam er minder vraag naar ambachtslieden

Hierdoor trokken veel mensen weg uit de steden, opzoek naar een plek waar ze als boer konden leven.
Boeren oogsten graan en plukken druiven. (Afbeelding uit een Spaans boek uit ca. 970.)

Slide 10 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maak opdracht 3 t/m 5 op blz. 20 
Boeren oogsten graan en plukken druiven. (Afbeelding uit een Spaans boek uit ca. 970.)

timer
5:00

Slide 11 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het domein
Op het platteland waren de kleine boeren lang niet altijd veilig: er was veel oorlog en dorpen werden geplunderd.

Daarom zochten boeren bescherming bij een machtige boer in de buurt. Dat was vaak iemand die zich een eigen legertje en paarden kon veroorloven.

In ruil voor bescherming moesten de boeren wel hun grond afstaan. 

Op die manier kreeg zo'n machtige boer heel wat grond in handen.

Het gebied van zo'n machtige boer noemen we een domein.

Slide 12 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het domein
Een domein bestond uit drie delen:

Vroonland - woongebied van de domeinheer zelf en zijn eigen grond.

Hoeveland - woongebied van de andere boeren. Een deel van de opbrengst van deze stukjes land ging naar de domeinheer.

Woeste gronden (bossen, moerassen en rivieren) - deze gronden leverden hout, noten, wild en vis op. Ook deze opbrengsten waren voor de domeinheer.

Het leven op een domein was simpel. De mensen deden alles zelf, ze waren zelfvoorzienend.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maak opdracht 6 en 7 op blz. 20 

Slide 15 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Horigheid
  1. Lees blz. 19 en schrijf in je schrift wat de begrippen horigen, herendiensten en hofstelsel inhouden.
  2. Beantwoord het leerdoel.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Huiswerk
Maak opdracht 3 t/m 5 en 7t/m 11 blz. 20 en 21

Slide 19 - Slide