TH2 - periode 2 - Systeem Aarde

Opbouw en afbraak
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opbouw en afbraak

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen lava en magma?

Slide 4 - Open question

Het verschil
Magma
Onder de grond heeft het vloeibare gesteente magma.
Lava
Is het magma boven de grond dan noem je het lava.
Vulkanisch gesteente
Als lava afgekoeld is, dan noem je het vulkanisch gesteente.

Slide 5 - Slide

De aardkorst
  • Is niet één geheel
  • Bestaat uit allemaal verschillende stukken: Aardplaten
  • Deze kunnen allemaal bewegen in een bepaalde richting
  • Dat bewegen noemen we: Plaattektoniek

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Supercontinent Pangea
  • Ooit was er één groot continent: Pangea
  • Door de krachten van binnen de aarde brak dit grote continent in verschillende stukken: de aardplaten
  • Deze aardplaten dreven uit elkaar en zijn vervolgens nieuwe richtingen op gegaan. 
  • Dit proces duurt natuurlijk miljoenen jaren met enkele centimeters per jaar. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aardplaten bewegen op drie manieren
1) van elkaar af (divergent)  <--    |   --> 
2) naar elkaar toe (convergent)     -->  |  <--
3) schurend langs elkaar (transform)   

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Platen bewegen door ...
Convectiestromen binnen de aarde. 

--> Dat zijn ronddraaiende stromingen die de druk bij de aardkorst vergroten. 
--> Dat gaat zolang door tot er scheuren ontstaan in de korst en de platen bewegen. 

Slide 12 - Slide

Vulkanisme
De actieve werking van vulkanen is een eeuwenoude kracht.

Vulkanisme komt vooral voor door plaattektoniek

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Manier 1: 
Platen botsen op elkaar -->
De zwaarste plaat duikt onder de andere (subductie) --> 
De duikende plaat smelt en er komt meer magma in de bodem --> 
Die magma wilt naar boven door hoge druk -->
Ontstaan vulkaan
Manier 2: 
Twee platen drijven uit elkaar 
(divergentie <-- | --> ) 
--> Magma stroomt opwaards
--> Magma koelt af in de zee
--> Vormt een berg van magma
--> Magma is wel actief 
--> Vulkaan

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Aardbevingen
Vulkanen
Aardbevingen
Vulkanenen

Slide 19 - Slide

Plaatgrenzen
  1. Naar elkaar toe
  2. Langs elkaar
  3. Uit elkaar

Gevolg:
  1. gebergte 
  2. gebergte, vulkaan, trog, aardbeving
  3. aardbeving
  4. mid-oceanische rug

Slide 20 - Slide

Aardbevingen

Slide 21 - Slide

Epicentrum en hypocentrum

Op de plek waar twee aardplaten elkaar raken, ontstaat de beving. We noemen dit het hypocentrum. Een ander woord is aardbevingshaard

De plek aan het aardoppervlak waar we de aardbeving het sterkste voelen, heet het epicentrum. Op een kaart zie je vaak het epicentrum.

Slide 22 - Slide

Schaal van Richter
Op de Schaal van Richter meten we de kracht van een aardbeving.

Elk volgend getal geeft aan dat de beving 10x zo zwaar is.

Een seismoloog is iemand die aardbevingen onderzoek.


Slide 23 - Slide

Naast de Schaal van Richter, is er de Mercalli schaal. Deze geeft aan hoeveel schade er is door een aardbeving. Kun je bedenken in welk geval een aardbeving met 8,1 op de Schaal van Richter, toch laag kan scoren op de Mercalli schaal?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Een van de gevolgen van plaattektoniek: Tsunami

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Ontstaan tsunami

Slide 28 - Slide

Snelheid en tijdspan tsunami

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Bij divergente plaatbewegingen komen..
A
Vaak aardbevingen en met weinig kracht
B
Vaak aardbevingen met veel kracht
C
Niet vaak aardbevingen met weinig kracht
D
Niet vaak aardbevingen met veel kracht

Slide 31 - Quiz

Aardbevingen veroorzaken vulkaanuitbarstingen
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quiz

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte

Slide 33 - Quiz

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 34 - Quiz


Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten ....

A
seismografen
B
seismologen

Slide 35 - Quiz

In Groningen komen aardbevingen voor doordat er gas uit de bodem wordt gehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz