This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
El presente perfecto
Slide 1 - Slide
Hoe maak je de 'presente perfecto'?
A
een vorm van 'haber' + ww + ado/edo
B
een vorm van 'ir' + a + hele ww
C
een vorm van 'haber + stam ww + ado/ido
D
een vorm van 'tener' + a + hele ww
Slide 2 - Quiz
De "presente perfecto" heet in het Nederlands de...
A
onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
B
voltooid verleden tijd (v.v.t.)
C
voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)
D
tegenwoordige tijd (t.t.)
Slide 3 - Quiz
Vertaal de volgende zinnen: wij hebben gewerkt Jullie hebben gegeten
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
¿Qué has hecho este mañana?
Escribe 3 cosas que habéis hecho este mañana 3 frases. ( Schrijf 3 dingen wat je tijdens deze ochtend hebt gedaan> in 3 zinnen)
Recuerda usar el presente perfecto. > Gebruik het presente perfecto
Slide 6 - Slide
Werkwoord Gustar
Verdubbeling van het meewerkend voorwerp
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Kijk naar de volgende zinnen. De persoon die iets leuk vindt staat aan het begin van de zin. Kies het juiste meewerkend voorwerp: me, te, le, nos, os, les 1. A Pedro y Maria ____ gustan las montañas. 2. A Jessica ____ gusta el perro.
Slide 9 - Open question
Schrijf 3 zinnen op waarin je vertelt wat je leuk vindt