2HV Lezen H6: Tekst en publiek

Welkom 2F!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2F!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Lezen H5: Kritisch lezen bespreken
- Lezen H6: Tekst en publiek
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Lezen H5:
- Ik kan kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Lezen H6:
- Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 4 - Slide

Terugblik Lezen H5: Kritisch lezen
- Heb je de opdrachten gemaakt?
- Heb je ze ook nagekeken?
- Welke vragen heb je nog?

Slide 5 - Slide

Terugblik Lezen H5: Kritisch lezen
Om te bepalen of een tekst objectief en betrouwbaar is, moet je kritisch lezen.

Waar let je dan op? 
Noteer de zes punten in je schrift.


Slide 6 - Slide

Terugblik Lezen H5: Kritisch lezen
Om te bepalen of een tekst objectief en betrouwbaar is, moet je kritisch lezen.
Bepaal daarom ...
- of de auteur (schrijver) deskundig en onpartijdig is.
- wat de bron van de tekst is.
- of geïnterviewden betrouwbaar en deskundig zijn.
- of de informatie nog actueel is, dus niet verouderd.
- of het klopt wat de auteur zegt. Laat hij geen belangrijke dingen weg?
- of de auteur sterke argumenten gebruikt.



Slide 7 - Slide

Lezen H6: Tekst en publiek
Een schrijver schrijft zijn tekst altijd voor een bepaalde groep lezers: het leespubliek.
Je kunt aan verschillende dingen zien voor welk publiek een tekst bedoeld is:
- het onderwerp
- de bron
- het taalgebruik
- de lay-out

Slide 8 - Slide

Lezen H6: Tekst en publiek
- Het onderwerp
Een tekst over knikkeren is waarschijnlijk bedoeld voor kinderen en een tekst over activiteiten met je kleinkinderen voor ouderen. Een tekst over oldtimers is juist bedoeld voor mensen die van oude auto's houden.
- De bron
Een tekst in Tina is geschreven voor meisjes, een tekst in Lonely Planet voor liefhebbers van reizen en een tekst in VT Wonen voor mensen die graag met woninginrichting bezig zijn. Dagbladen en andere kranten zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 9 - Slide

Lezen H6: Tekst en publiek
- Het taalgebruik
Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.
In teksten voor volwassenen wordt de lezer soms met 'u' aangesproken, in teksten voor jongeren met 'je' en 'jij'.
In teksten voor een specifiek publiek lees je vaak jargon (vaktaal). 

Slide 10 - Slide

Lezen H6: Tekst en publiek
- De lay-out (opmaak)
Advertenties, teksten voor jongeren en populaire bladen voor een breed publiek zijn vaak rijk geïllustreerd, hebben grote koppen en veel kleuren.
Tijdschriften voor een kleiner publiek hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.

Slide 11 - Slide

Leespubliek
Voor wie is dit tijdschrift bedoeld?
Waarom denk je dat?

Let op:
- onderwerp
- bron
- taalgebruik
- lay-out

Slide 12 - Slide

Leespubliek
Voor wie is dit tijdschrift bedoeld?
Waarom denk je dat?

Let op:
- onderwerp
- bron
- taalgebruik
- lay-out

Slide 13 - Slide

Leespubliek
Voor wie is dit tijdschrift bedoeld?
Waarom denk je dat?

Let op:
- onderwerp
- bron
- taalgebruik
- lay-out

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
- MNV Lezen H6, opdr. 1, 2 en 4, blz. 163-167

- Deze opdrachten zijn huiswerk voor dinsdag 27 juni, 2e uur

Slide 15 - Slide