Adverb of frequency and Degree
1.
Adverbs of Frequency (Bijwoorden van frequentie): Deze adverbs geven aan hoe vaak iets gebeurt. Typische adverbs of frequency zijn: always, usually, often, sometimes, rarely, never.
Ze komen meestal vóór het hoofdwerkwoord in een zin, maar na het hulpwerkwoord bij de vormen van "to be".
Voorbeeld:
I always brush my teeth before bed.
She is usually on time for class.
He sometimes forgets his homework.
2. Adverbs of Degree (Bijwoorden van mate): Deze adverbs geven aan in welke mate iets gebeurt. Typische adverbs of degree zijn: very, quite, extremely, rather, pretty.
Ze komen vóór het bijvoeglijk naamwoord of het adverb.
Voorbeeld:
He is very tall.
She is quite intelligent.
It's extremely hot today.