anatomie/fysiologie urogenitale stelsel

Kennistoets VPTH 5
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kennistoets VPTH 5

Slide 1 - Slide

Voordat je begint...
In deze toets zitten meerkeuze vragen en open vragen.

Bij de meerkeuze vragen loopt een timer ...

Je krijgt geen cijfer voor de toets maar wel feedback, het is de bedoeling dat je inzicht krijgt in waar je staat. 

Slide 2 - Slide

Anatomie en Fysiologie

Slide 3 - Slide

Een nier is 20 cm lang
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Op de nier ligt de bijnier
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Er is geen verschil tussen de
plasbuis van de man en vrouw
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

De nieren liggen voor in de
buikholte
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

In een nefron worden hormonen gemaakt.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Urine bestaat voor 90 % uit water
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Per 24 uur wordt 180 liter urine geproduceerd
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Bij 1000 ml urine in de blaas krijg
je het gevoel dat je moet plassen
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Door de uitwendige sluitspier van
de blaas kun je je plas ophouden
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat doet de prostaat?

Slide 13 - Open question

Vanuit de nier loopt de urine via
de urineleider naar de blaas
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie (opname) van water in de nieren.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

4

Slide 16 - Video

00:56
Hoeveel liter bloed stroomt er dagelijks door de nieren?

Slide 17 - Open question

01:15
Hoe wordt een zuiveringsstation in de nieren genoemd?

Slide 18 - Open question

01:39
Hoe heet de ''buis'' waar Creatinine en Ureum urine wordt?

Slide 19 - Open question

01:55
Hoe heet de buis van het nierbekken naar de blaas?
A
ureter
B
urethra
C
urinoir
D
uterus

Slide 20 - Quiz

Katheterzorg 
Nu volgen er een aantal vragen over katheteriseren, katheters en katheterzorg.

Slide 21 - Slide

Omschrijf in je eigen woorden blaaskatheterisatie is.

Slide 22 - Open question

Blaaskatherisatie is een ...
timer
0:10
A
Risicovolle handeling
B
Voorbehouden handeling

Slide 23 - Quiz

Noem 2 indicaties voor het inbrengen van een blaaskatheter.

Slide 24 - Open question

Waarom kan de prostaat voor problemen zorgen bij het katheteriseren van mannen?

Slide 25 - Open question

Welke soorten katheters ken je?

Slide 26 - Open question

Van welk materiaal worden geen katheters gemaakt?
timer
0:10
A
PVC
B
Latex
C
Silicone
D
PET

Slide 27 - Quiz

Noem minimaal 2 functies van glijmiddel bij katheteriseren.

Slide 28 - Open question

Is het glijmiddel altijd
verdovend?
timer
0:10
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Wat is geen vorm van
incontinentie?
timer
0:10
A
Stressincontinentie
B
Functionele incontinentie
C
Overloop incontinentie
D
Operationele Incontinentie

Slide 30 - Quiz

Wat is het allerbelangrijkste bij het inbrengen van een blaaskatheter en waarom?

Slide 31 - Open question

Wat doe je als een katheter niet doorloopt?

Slide 32 - Open question

Wat kan er aan de hand zijn als er urine langs de katheter lekt?

Slide 33 - Open question

Katheteriseren
Wat moet jij nog leren voordat je dit in het echt gaat doen?

Slide 34 - Open question

Ga naar Vilans en bestudeer het protocol: 


Blaaskatheterisatie vrouw verblijfskatheter - door 1 of 2 personen

Slide 35 - Slide

Schrijf hier al je vragen over het protocol.

Bijvoorbeeld moeilijke woorden of dingen die je niet begrijpt. 

Slide 36 - Open question