PPO leerjaar 2 profiel E&O module 2 Logistiek

Economie en Ondernemen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Economie en Ondernemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Profiel Economie en Ondernemen

Met het profiel Economie en Ondernemen kun je in 
een winkel, op kantoor of in een magazijn werken. 

Ook kun je ervoor kiezen om een eigen bedrijf te beginnen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Profiel Economie en Ondernemen

Commercieel
Logistiek
Secretarieel
Administratie

4 keuzevakken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Logistiek
Bij de lessen over logistiek leer je van alles over:
-  wat een magazijn is;
-  welke transportmiddelen er in een magazijn zijn;
-  hoe je goederen klaarmaakt 
    voor verzending;
-  hoe je goederen verstuurt;
-  hoe je goederen ontvangt.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Logistiek



fabrikant                                 (web)winkel                                klant

De hele route die het product aflegt, van de producent via de winkel of webshop naar de klant, noemen we logistiek.



De hele route die het product aflegt, van de leverancier via de webshop naar de klant, noemen we logistiek. 



Slide 5 - Slide

Als je een product koopt bij een webshop,
halen ze jouw product uit het magazijn.
Ze pakken het in en sturen het op.
De webshop heeft het product eerst zelf
ingekocht en in het magazijn gelegd. 

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Magazijn
In een magazijn staan stellingen en interne transportmiddelen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Magazijn
                                            Stellingen zijn hoge rekken. 
                                            In de stellingen liggen producten. 
                                            De producten worden tijdelijk opgeslagen.
                                            in het magazijn.

                                            Waarom mogen goederen niet te lang 
                                            in een magazijn blijven liggen?



Slide 8 - Slide

Anders kunnen goederen verouderen, bederven, of in waarde dalen doordat het uit de mode is.
Interne transportmiddelen
In een magazijn worden verschillende interne transport- middelen gebruikt. Hoe heten deze transportmiddelen?
                                                                                                  Steekkar
                                                                                                  Rolcontainer
                                                                                                  Heftruck
                                                                                                  Pompwagen
                                                                                                  Magazijnwagen

Slide 9 - Slide

Bovenste rij van links naar rechts:
magazijnwagen en rolcontainer.
Onderste rij van links naar rechts:
pompwagen, heftruck en steekkar.
Signaalborden
Signaalborden geven aan wat je moet doen. Of juist wat je niet moet doen. Wat betekenen de volgende borden?

Slide 10 - Slide

Gehoorbescherming verplicht.
Verboden te roken.
Gevaar voor elektrische hoogspanning.
Veiligheidsschoenen verplicht.
Hier is de nooduitgang.
Verzendklaar maken
Producten die vanuit het magazijn naar de winkel of de klant gaan, worden door de magazijnmedewerker verzendklaar gemaakt.

Als je producten verzendklaar maakt:
-  verpak je de producten;
-  maak je de pakbon.





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verpakken
Het is belangrijk de producten goed te verpakken, bijvoorbeeld in een kartonnen doos. Daarbij worden opvulmaterialen gebruikt. Zo kunnen de producten niet schuiven en zijn ze beschermd tegen beschadigingen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Pakbon
Op een pakbon staat welke
producten en hoeveel 
stuks van elk product in 
de verpakking zitten.

Colli = het aantal pakketten
(dozen, kratten, zakken).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Producten verzenden



Als je iets wilt versturen moet je daarvoor betalen. 
Hoeveel je moet betalen hangt vaak af van twee dingen:
1. of de zending door de brievenbus past
2. hoe zwaar de zending is.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Goederen ontvangen
Als je in de logistiek werkt, verstuur je niet alleen pakketten. 
Je ontvangt ook goederen. 

Als je goederen ontvangt, moet je controleren of:
-  de juiste producten zijn ontvangen;
-  de aantallen kloppen;
-  de producten onbeschadigd zijn.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gezond tillen

Slide 16 - Slide

Neem een doos kopieerpapier mee naar het lokaal. Laat een leerling die doos tillen.
Als de leerling niet gezond tilt, laat dan een tweede leerling tillen.

Laat daarna zien hoe je gezond tilt.
Tillen en dragen
  • Werk met een rechte rug.
  • Houd de last dicht bij het lichaam.
  • Til niet in één keer te veel, maar til liever wat vaker een lichtere last.
  • Til lasten die zwaarder zijn dan 23 kg samen met een collega als dat mogelijk is.
  • Gebruik een tilhulpmiddel als dat mogelijk is.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Slide 20 - Slide

De leerlingen leveren een envelop bij de docent in met daarin 1 karakterkaartje, 2 of 3 powerkaartjes en een pakbon.

Stop zonder dat de leerlingen het zien 1 extra powerkaartje in elke envelop.
Bij de volgende opdracht komen de vragen of er nog goederen zijn ontvangen. Geef dan elke leerling de aan hem of haar geadresseerde envelop mee, met daarin het extra powerkaartje.
Opdracht

Slide 21 - Slide

Antwoorden:
1. € 4,85
2. € 2,02
3. € 9,25
4. € 50,00
5. 1760 x 780 x 580 mm (176 x 78 x 58 cm)
6. € 13,20

Opdracht

Slide 22 - Slide

De leerlingen komen bij de docent om te vragen of hun antwoord op deel A correct is en om te vragen of er goederen zijn ontvangen.

Antwoord deel A:
Er is maar 1 doos met een sinaasappelpers (artikelnummer 09-2994), maar dit moeten er 2 zijn. 

Houd een extra opdracht achter de hand voor leerlingen die snel klaar zijn.
Er zijn 3 dozen met artikelnummer 
22-4575, maar dat moet 22-4576 zijn.

Controleer het antwoord van de leerling en geef de envelop die een klasgenoot voor die leerling verzendklaar heeft gemaakt, met een karakterkaartje en 2 of 3 powerkaartjes.

Slide 23 - Video

This item has no instructions