BECO par. 5.1/5.2

Alle bezittingen en schulden van een bedrijf kun je weergeven in een ......
1 / 13
next
Slide 1: Open question
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Alle bezittingen en schulden van een bedrijf kun je weergeven in een ......

Slide 1 - Open question

Aan welke kant staan de bezittingen?

Er zijn meerde antwoorden mogelijk.
A
Passivazijde
B
Debetzijde
C
Activazijde
D
Creditzijde

Slide 2 - Quiz

De totalen van de balans zijn altijd in...

Slide 3 - Open question

Wat is een debiteur ?
A
Een schuldeiser
B
Iemand waar we nog geld van krijgen
C
Iemand aan wie we nog geld moeten betalen
D
Iemand die een lening heeft verstrekt

Slide 4 - Quiz

Crediteuren zijn....
A
Leveranciers aan wie je nog moet betalen
B
Klanten van wie je nog geld krijgt
C
Leveranciers die je altijd contant betaalt
D
klanten die jou altijd contant betalen

Slide 5 - Quiz

Crediteuren behoren op de balans tot..
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen lang
C
Bezittingen
D
Vreemd vermogen kort

Slide 6 - Quiz


Debetzijde balans


Creditzijde balans

Pand
Debiteuren
Bezittingen
Schulden
Inventaris
Crediteuren
Kasgeld
Eigen vermogen
Hypotheek lening

Slide 7 - Drag question

De voorraad van de goederen staan vermeld tegen de .... prijs?
A
Verkoop
B
Inkoop

Slide 8 - Quiz

Hoe bereken je het eigen vermogen (EV)?
A
Kosten - opbrengsten = EV
B
Kas+bank-liquide middelen=EV
C
Bezit - vreemd vermogen = EV
D
Debetzijde - creditzijde = EV

Slide 9 - Quiz

Een bedrijf koopt kleding in op rekening voor € 200.
welke rekeningen veranderen er?
A
Eigen vermogen
B
Kas
C
Crediteuren
D
Voorraad

Slide 10 - Quiz

Nina start een winkel. Zij heeft € 20.000 gespaard en leent nog € 14.000 van de bank.

Het geld gebruikt zij voor de aanschaf van inventaris € 23.500 / iMac € 1.100 / Voorraad € 5.600 /Kassa € 2.600 en zij houdt € 1.200 kasgeld aan.

Hoe groot is het Eigen Vermogen van Nina?
A
€ 34.000
B
€ 20.000
C
€ 21.200
D
€ 6.000

Slide 11 - Quiz

Het bedrag dat je als aandeelhouder krijgt als er winst is gemaakt in een onderneming en die wordt uitgekeerd.
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
A
Aandelenvermogen
B
Eigen vermogen
C
Aandeel
D
Dividend

Slide 12 - Quiz


Bij welke rechtsvorm past deze balans?
A
BV
B
NV
C
Eenmanszaak
D
VOF

Slide 13 - Quiz