This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Chemische reacties
Veranderen van stoffen, reactieschema's, reactieverschijnselen
Slide 1 - Slide
Sleep naar het juiste vakje...
Met deze opstelling zijn de gasvormige ontledingsproducten beter te herkennen doordat gebruik wordt gemaakt van een kouval. Een kouval is een koude omgeving waarin condensatie van bepaalde stoffen plaatsvindt.
brandbare witte rook
gasbrander
hout (s)
koolstof (s)
water(l)
bekerglas met koud water
Slide 2 - Drag question
Wat is een ontledingsreactie?
Een reactie ...
A
... waarbij zuurstof ontstaat.
B
... met zuurstof.
C
... waarbij uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan.
D
... waarbij twee stoffen met elkaar reageren tot één nieuw stof.
Slide 3 - Quiz
Welke bewering(en) is/zijn juist?
I Om een ontledingsreactie op gang te houden is energie nodig.
II Bij een verbrandingsreactie komt zuurstof vrij.
A
Alleen I is juist.
B
Alleen II is juist.
C
Zowel I als II zijn juist.
D
Geen van beide is juist.
Slide 4 - Quiz
aardgas + zuurstof --> koolstofdioxide + water
Hoe noem je zo'n schema?
A
Boodschappenlijstje
B
Reactieschema
C
Scheikunde-schema
D
Heeft geen naam
Slide 5 - Quiz
Natuurkundig proces
Chemische reactie
Sleep naar het juiste vakje...
Een natuurkundig proces is proces dat je kunt herhalen.
Een scheikundige reactie is proces dat je niet kunt herhalen. Er zijn blijvende stofveranderingen.
fase overgang
verbranding
ontleding
reactieproduct
Slide 6 - Drag question
In dit reactieschema is koperchloride...
A
de beginstof
B
het reactieproduct
Slide 7 - Quiz
Bij reacties merk je vrijwel altijd wel één of meerdere veranderingen op. Je neemt een kleur-, geur-, en of smaakverandering waar. Je ziet rook- en/of gasvorming. Hoe noemen we deze veranderingen ook wel?
Slide 8 - Open question
In een reactieschema staan de stoffen die gebruikt worden
Na / Voor de pijl?
A
Na
B
Voor
Slide 9 - Quiz
Bij de volledige verbranding van aardgas ontstaat koolstofdioxide en waterdamp. Hoe ziet het reactieschema eruit?