W voegen een -s toe als je een werkwoord gebruikt bij he, she of it. Je kunt dit onthouden met de shit-regel. In het woord shit zit namelijk She, He en IT:
- she --> she swims fast.
- he --> he swims fast.
- it --> it swims fast.
In alle andere gevallen (I,you,we,they) gebruik je gewoon het hele werkwoord (ook wel de stam genoemd) namelijk: swim (dus zonder -s)